220920 spelling §2 en lezen §2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom M1e! 

We starten met lezen.

Lezen

Planning eerste periode:

Spelling

§1 t/m 5

Leesvaardigheid

§1 t/m 4

Fictie (boek lezen)

Toetsen eerste periode:

Spelling

Telt 1x mee

In week 42 (rond 17 oktober)

Leesvaardigheid

Telt 2x mee

In week 44 (rond 1 november)

Fictie (boek lezen)

Moet 'voldaan' zijn.

In week 44 (rond 1 november)

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk lezen bespreken
2. Lezen §2 uitleg
3. Oefenen lezen §2
4. Pauze
   
5. Spelling §1-2 herhalen
6. Tijd voor huiswerk

Lezen §1 - opdr. 5

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk lezen bespreken
2. Lezen §2 uitleg
3. Oefenen lezen §2
4. Pauze
   
5. Spelling §1-2 herhalen
6. Tijd voor huiswerk

Lezen §2

Het onderwerp van een tekst.

Lees niet snel, maar slim!

Oriënterend lezen

Het onderwerp van een tekst

1. Vind je door te vragen: wie/wat + persoonsvorm?
2. Geeft in het kort aan waar een tekst over gaat.
3. Vind ik door een tekst helemaal van A-Z te lezen.
4. Geeft in een hele zin aan waar een tekst over gaat.

Het onderwerp van een tekst bestaat uit

1. Een hele zin.
2. Maximaal 5 woorden.

Als ik een tekst oriënterend lees, dan

1. kijk ik naar de titel, plaatjes, tussenkopjes en dikgedrukte woorden.
2. kijk ik naar de eerste en laatste regel van elke alinea.
3. kijk ik naar de hele tekst.
4. kijk ik naar de titel.

www.nu.nl

Wat is het onderwerp van deze tekst?

1. FC Utrecht verliest oneerlijk.
2. Doelpunt onterecht afgekeurd.
3. Scheidsrechter Richard Martens bedenkt zich.
4. FC Utrecht - RKC wordt gelijkspel.

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk lezen bespreken
2. Lezen §2 uitleg
3. Oefenen lezen §2
4. Pauze
   
5. Spelling §1-2 herhalen
6. Tijd voor huiswerk

Maak de volgende opdrachten:

Maak online van lezen §2:

Opdracht 1 en 2 (blz. 16)

Gebruik je boek om de teksten te lezen!!

Pauze

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk lezen bespreken
2. Lezen §2 uitleg
3. Oefenen lezen §2
4. Pauze
   
5. Spelling §1-2 herhalen
6. Tijd voor huiswerk

Welk woord schrijf ik niet met een hoofdletter?

1. Zomer
2. Kerstmis
3. Mohammad
4. Ghana

Kies de juiste spelling:

1. last
2. lasd

Kies de juiste spelling:

1. Out
2. Oud

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk lezen bespreken
2. Lezen §2 uitleg
3. Oefenen lezen §2
4. Pauze
   
5. Spelling §1-2 herhalen
6. Tijd voor huiswerk

Spelling §2 (blz. 230)

Opdracht 5 en 6

Maak de opdrachten zoveel mogelijk online!

Lezen §2 (blz. 16)

Opdracht 1 en 2.

Maak de opdrachten online, maar gebruik je boek om de teksten te lezen!

Dit heb ik geleerd:

Lezen:

• Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen.

Spelling:

• Ik kan bepalen of ik een woord met -t of een -d op het eind moet schrijven. 

Volgende les:

Spelling §3

Dit gaat over:

• hoe schrijf ik een bijvoeglijk
  naamwoord?

Verder met lezen §2

Het onderwerp van een tekst bepalen.