V3- K1 Paragraf E: Grammatik

V3 - Woche 38 - Stunde 2
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

V3 - Woche 38 - Stunde 2

Slide 1 - Diapositive

Klaarleggen bij binnenkomst
  1. Boek Neue Kontakte Vwo 3 A  
  2. Schrift
  3. Pen

iPad (e.d.) blijft in de tas!

Slide 2 - Diapositive

Planung

Weißt du es noch? Haben, sein, werden & schwache Verben o.t.t.

Besprechen: Paragraf D: Lesen Aufgabe 16, 17

Grammatik: haben, sein, werden  o.v.t. Aufgabe 19 - 23






Doelen

Je kunt de woorden over het thema 'omgeving' actief gebruiken.

Je kunt de werkwoorden sein, haben, werden in de verleden tijd gebruiken.







    Slide 3 - Diapositive

    Ergänze: die Formen von haben, sein, werden (o.t.t.) ins Heft. (3 Min.) 

    Slide 4 - Diapositive

    Machen: Aufgabe 19 (S.26)
    Zeit: 5 Minuten
    Übersicht der schwachen Verben (o.t.t.) 
    timer
    5:00

    Slide 5 - Diapositive

    Grammatik: haben, sein, werden in verleden tijd

    Slide 6 - Diapositive

    Grammatik: haben, sein, werden o.v.t.
    --> Paragraf E: Grammatik (S. 26 - 28) 
    Machen: Aufgabe 19, 20, 21, 22, 23

    Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

    Hilfsmittel: Grammatikübersicht, extra Hilfe Lehrerin

    Fertig = Lernen Lernliste B (Teil 2) NL-DU & Lernliste D DU-NL
    timer
    15:00

    Slide 7 - Diapositive

    Nächste Stunde
    Huisrwek overhoren: Lernliste B (NL-DU) Teil 2 - Lernliste D (DU-NL) 


    Grammatik: zwakke werkwoorden o.v.t. + Paragraf E: Aufgabe 24 - 29

      Blijf op je plek tot de leswisseling. 

      Schuif je stoel aan en zorg dat je het lokaal netjes en rustig verlaat. 

      Slide 8 - Diapositive

      Bilde einen Satz mit:
       eiland - zee - mooi - er is/er zijn
      Bilde einen Satz mit:
      rivieren - in het noorden - koud. 
      Bilde einen Satz mit:
      het bos - de zon schijnt - wandelen 

      Slide 9 - Diapositive

      Bilde einen Satz mit:
      In de Bergen - sneeuw - in de winter - er is/ er zijn
      --> www. quizelt.live --> Melde dich an

      Slide 10 - Diapositive