herhaling grammatica U3 HV2

Révision grammaire U3 HV2
Programme:  
- Het onregelmatige werkwoord 'mettre'
- Het bijvoeglijk naamwoord - de bijzondere vormen


Doelen:
- Aan het einde van de les weet je hoe het onregelmatige werkwoord vervoegd wordt in twee verschillende tijden. Je kunt de juiste vertalingen herkennen en aan elkaar koppelen. 
- Aan het einde van de les weet je hoe het bijvoeglijk naamwoord vervoegd wordt in het Frans. Je kunt deze zelf vervoegen en fouten herkennen in een tekst. 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Révision grammaire U3 HV2
Programme:  
- Het onregelmatige werkwoord 'mettre'
- Het bijvoeglijk naamwoord - de bijzondere vormen


Doelen:
- Aan het einde van de les weet je hoe het onregelmatige werkwoord vervoegd wordt in twee verschillende tijden. Je kunt de juiste vertalingen herkennen en aan elkaar koppelen. 
- Aan het einde van de les weet je hoe het bijvoeglijk naamwoord vervoegd wordt in het Frans. Je kunt deze zelf vervoegen en fouten herkennen in een tekst. 

Slide 1 - Diapositive

Sleep de juiste vorm van mettre naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il
elle
on
nous
vous
ils
elles
je
tu
mettons
mettent
mets
mettez
met

Slide 2 - Question de remorquage

Ik heb een spijkerbroek aangetrokken (passé composé)
A
Je mets un jean
B
J'ai mettre un jean
C
J'ai mis un jean

Slide 3 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Carte mentale

Cherchez les fautes dans le texte
Niet alle zinnen bevatten een correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Tu peux trouver les fautes?  (kun jij de foutjes vinden?)
Et pourqoui? (waarom zijn deze fout volgens jou?)

Slide 5 - Diapositive

Au travail
Heb je 4 of 5 fouten gevonden?  --> Maak 16I blz. 127 + nakijken
                                                                            Klaar? app. 1 t/m 5 leren
Minder dan 4 fouten gevonden? --> Lees in stilte de tekst op blz. 102 en herhaal daarna samen met docent het bijv. nw.

Slide 6 - Diapositive

Ik heb een groene fiets
J'ai un vélo .............
A
verte
B
vertes
C
vert
D
verts

Slide 7 - Quiz

Zij zijn creative meisjes
Elles sont des filles .............
A
créatifes
B
créatif
C
créatives
D
créatifs

Slide 8 - Quiz

Mijn zus is serieus
Ma soeur est .............
A
sérieuse
B
sérieuxe
C
sérieux
D
sérieus

Slide 9 - Quiz

de mooie bloemen
(beau - fleurs)

Slide 10 - Question ouverte

Denk je dat het je lukt om zelfstandig bijvoeglijk naamwoorden te vervoegen in het Frans? =

Slide 11 - Question ouverte