W35 EN 3B1 les3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Week 35,

Lesson 3

Your goals

Je weet wanneer en hoe je de past simple moet gebruiken

Je weet wanneer who en wanneer which te gebruiken

Check your answers

1.1 Past Simple: when?

1.1 Past Simple: regular verbs

1.1 Past Simple: regular verbs

1.1 Past Simple: regular verbs

1.1 Past Simple: regular verbs

1.1 Past Simple: regular verbs

Irregular verbs = onregelmatig werkwoorden

Helaas zijn er ook werkwoorden die niet een regel volgen.

 Deze hebben hun eigen vormpje in de past simple. 

Bijvoorbeeld: become > became

Deze onregelmatig werkwoorden moet je daarom uit je hoofd leren. > Pagina 167

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
allow

1. allow
2. allowd
3. allowed

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
introduce

1. introduce
2. introduced
3. introduceed

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
eat

1. eat
2. eated
3. ate
4. ated

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
stay

1. stay
2. stayd
3. stayed
4. staied

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
lose

1. lose
2. losed
3. losd
4. lost

So, what is the correct form of the verb in the past simple:
label

1. label
2. labeld
3. labeled
4. labelled

1.1 Past Simple: negative = ontkennend

1.1 Past Simple: negation = ontkenning

1.1 Past Simple: interrogative = vragend

1.1 Past Simple: affirmative/negative = bevestigend/ontkennend

1.1 Past Simple: negative = ontkennend

Do

Opdracht 7 op blz. 12 

Check the answers

Nakijken

Betrekkelijke voornaamwoorden

Woorden die naar iets anders verwijzen 

WHO    and    WHICH  ( not witch)

Wat is een betrekkelijke bijzin?

Als je extra informatie over iets of iemand wilt geven, gebruik je een relative clause (betrekkelijke bijzin)

Zo'n zin begint meestal met who, which of that. 

In het nederlands gebruik je  'die' of 'dat'

Wat is een betrekkelijke bijzin?

Een betrekkelijke bijzin in het Nederlands:

Mijn moeder, die alle dagen van de week werkt, is altijd moe

Wat is een betrekkelijke bijzin?

Een betrekkelijke bijzin in het Engels:

Sam, who lives next door, is my best friend

How to use it?

• Who - bij personen                                          Na het onderwerp
  
• Which - dieren en dingen                             Na het onderwerp

Je mag who en which vervangen door that als er geen komma staat voor de bijzin. Die bijzin kun je niet weglaten omdat je dan niet meer begrijpt over wie of wat het gaat.

The woman ... helped us at the tourist office advised us to take the City Bus Tour

1. who
2. which

People ........ live in Beverly Hills are often quite rich.

1. who
2. which

I can't find my keys ........were on the table.

1. who
2. which

We've got a hamster, ........ my sister bought.

1. who
2. which

Do

Exercise 8 on page 13

www.bbc.co.uk

Homework

Study Vocabulary 1.1 on page 157