2H: B1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen WTS

Thema 2 Voeding en vertering



BS 1 
Voedingsstoffen en voedingsmiddelen






1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 2 Voeding en vertering



BS 1 
Voedingsstoffen en voedingsmiddelen






Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de belangrijkste voedingsstoffen benoemen: eiwitten, vetten, koolhydraten, mineralen, vitamines en water.

Je kunt hiervan de belangrijkste functies voor het lichaam van deze benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Voedingsmiddel/ Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt. 

Voedingsstoffen  zijn de bestanddelen van voedingsmiddelen die door het lichaam worden verbruikt.

Slide 3 - Diapositive

Een broodje kaas bestaat uit voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Sleep de woorden naar het juiste vak.
Voedingsmiddel
Voedingsstof
brood
eiwit
vitamine
kaas
vet
boter
koolhydraat

Slide 4 - Question de remorquage

4 functies voedingsstoffen
  1. Brandstof: Leveren de energie 
  2. Bouwstof: zorgen voor groei en herstel
  3. Reservestof: Worden opgeslagen om later te gebruiken
  4. Beschermende stof: Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 5 - Diapositive

Voedingsstoffen
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Zes groepen voedingsstoffen
Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze zijn allemaal te plaatsen in de verschillende groepen die we net behandeld hebben.

Slide 8 - Diapositive

Eiwitten
Eiwitten zijn bouwstoffen

Teveel aan eiwitten? 
  • Eiwit als brandstof 
  • Eiwit als reservestof (vet)
Cytoplasma
Spieren

Slide 9 - Diapositive

Koolhydraten
Koolhydraten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof. Suikers (glucose), zetmeel en glycogeen (opgeslagen glucose). Vezels zijn onverteerbare koolhydraten en zorgen voor een goede stoelgang.

Teveel aan koolhydraten?
  • Koolhydraten als reservestof (vet)

Slide 10 - Diapositive

Vetten
Vetten zijn brandstoffen, maar kunnen ook dienen als bouwstof en reservestof. 

Verzadigde (V van Verkeerd)
 en onverzadigde vetten (O van Oké)

Slide 11 - Diapositive

Vitamines
  • Het zijn bouwstoffen
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
  • Er zijn dertien verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D en K zijn de bekendste
  • Te veel vitamines werken vergiftigend!
  • In Nederland bestaat niet echt een vitaminegebrek

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Mineralen 
Mineralen zijn bouwstoffen en dienen ook als beschermende stof. 

Mineralen worden ook wel zouten genoemd. 
  • Calcium (kalk)
  • Natrium
  • Magnesium
  • IJzer

Slide 14 - Diapositive

Water
Water is een bouwstof                vervoer van stoffen. 
Het menselijk lichaam bestaat uit 60% water. 
Te veel? Plassen maar!

Slide 15 - Diapositive

Voedingsvezels



- geen voedingsstof: dus niet nodig als brand, bouw of reservestof

- Stimuleert de darmen

- Voorkomt obstipatie ( verstopping)

- Zorgen voor een verzadigd gevoel

- in plantaardige voedingsmiddelen

- voedingsvezels worden zelf niet verteerd

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Leerdoel 1: Je kunt de belangrijkste voedingsstoffen benoemen.

Slide 18 - Question ouverte

Leerdoel 2: Koppel de voedingsstoffen aan de juiste functies
Brandstof
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof
Eiwitten
Vetten
Vitamines
Mineralen
Water
Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
Vetten
Vitamines
Koolhydraten
Koolhydraten
Mineralen

Slide 19 - Question de remorquage

Aan de slag!
Lezen B1 thema 2
(markeer of onderstreep)

Maken
 
(zie planning! : opdracht oranje of rood? Schrijf het juiste antwoord in je boek of schrift!)

Slide 20 - Diapositive