m1 U1 Libre Service unité 1 être

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Bienvenue!

AAN DE SLAG:

exercice 8a, page 17

TIP:

la capitale = de hoofdstad

Antwoorden geven.

ik kan het werkwoord

'être' gebruiken

être

zijn

Vertaal:

ik

jij

hij

zij

on

Vertaal:

ik                                                  je

jij                                                  tu

hij                                                 il

zij                                                 elle

men/wij                                      on

ÊTRE

je                      suis             = ik ben

tu                      es                = jij bent

il / elle             est              = hij/zij is

on                      est             = men/wij zijn

ÊTRE

nous                sommes       = wij zijn

vous                 êtes               = jullie zijn,
                                                      u bent

ils / elles         sont               = zij zijn

Geruststellen: heel veel tegelijk, maar door oefenen komt het goed

Zelf oefenen!

HOE?                           zelfstandig, in stilte

HULP nodig?           gebruik het blauwe blok, page 17

ANTWOORDEN?    straks bespreken

Waarom oefenen?

Samen beginnen (scaffolding):

ex 8c - zin 2 uitleggen!

Max staat niet in het rijtje...?!

Fais ex 8c, 8d (page 18)

HOE?                           zelfstandig, in stilte

HULP nodig?           gebruik het schema bij ex 8a

ANTWOORDEN?    straks bespreken

Klaar?
Ga verder met ex 8e.

ex 8c - zin 3 uitleggen!

Maryam staat niet in het rijtje...?!

réponses ex 8c (page 18)

Controleer jouw antwoorden!

goed checken

van fouten leer je

réponses ex 8c (page 18)

1    Bonjour, je m’appelle Timéo. Je suis au collège.
2    Maryam est aussi au collège,
3    Timéo et Maryam sont dans la classe de Louna.
4    Vous êtes à Paris, Daphné et Louna?
5    Oui, nous sommes à Disneyland.
6    Et toi ? Tu es en Hollande ?

Controleer jouw antwoorden!

réponses ex 8d (page 52)

1    Vous êtes
2    Nous sommes
3    On est
4    Paul est
5    Elles sont
6    Elle est
7    Je suis                                       8 il est

Klaar? Ga verder met ex 8d, e, f (=huiswerk)

Controleer jouw antwoorden!

au revoir

1. dag
2. goedemorgen
3. tot ziens
4. ik heet

je m'appelle

1. dag
2. goedemorgen
3. tot ziens
4. ik heet

tu t'appelles

1. ik heet
2. jij bent
3. jij heet
4. ik ben

il habite

1. ik woon
2. jij woont
3. zij woont
4. hij woont

Wat is in het Frans : ik ben

Vertaal : hij is

Vertaal in het Nederlands: tu es

in het Frans: ik ben, hij is, jullie zijn

1. je suis, tu es, il est
2. je suis, il est, ils sont
3. je suis, il est, vous êtes
4. tu es, il est, elles sont

Wat vond je van de les?

😒🙁😐🙂😃