HAVO - 3: herhaling haben, sein, werden ott en ovt

HABEN - SEIN - WERDEN
OTT en OVT
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

HABEN - SEIN - WERDEN
OTT en OVT

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:

Ik kan het werkwoord werden vervoegen in de OTT = ONVOLT. TEGENW. TIJD


Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen in de OVT = ONVOLT. VERLEDEN TIJD

Slide 2 - Diapositive

aber zuerst
Grenzen in Europa
Logo tivi

Slide 3 - Diapositive

Vragen voor het kijken
Wat wordt er 3 oktober gevierd?
Sinds wanneer bestaat Duitsland in de huidige vorm?
Wat valt op aan de video over landsgrenzen in Europa?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Antwoorden
Wat wordt er 3 oktober gevierd?
Sinds wanneer bestaat Duitsland in de huidige vorm?
Wat valt op aan de video over landsgrenzen in Europa?

Slide 6 - Diapositive

NEU! WERDEN

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 10 - Quiz

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 11 - Quiz

Wo ist Ariane?
Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 12 - Quiz

.............. du morgen 10 oder 14 Jahre alt?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 13 - Quiz

Nu in de OVT
(verleden tijd)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

...... ihr keine Lust zu zelten?
A
hattest
B
hatte
C
hattet
D
habt

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Wir ....... im Urlaub auf einer Insel
A
waren
B
wart
C
wart
D
sind

Slide 18 - Quiz

Das Gewitter ...... relativ weit weg.
A
ist
B
wart
C
waren
D
war

Slide 19 - Quiz

Ich ........ heute Morgen zu wenig Zeit
A
Hattet
B
hatte
C
habe
D
hattest

Slide 20 - Quiz

..... du nicht im Februar Geburtstag?
A
hatte
B
hatten
C
hattest
D
hast

Slide 21 - Quiz

Es ...... gestern kälter als letzte Woche
A
was
B
war
C
waren
D
wart

Slide 22 - Quiz

Er ...... abends leider keine Jacke dabei
A
hatte
B
hattest
C
habt
D
hatten

Slide 23 - Quiz

Warum ...... du am Dienstag nicht zu Hause?
A
wart
B
waren
C
warst
D
wirst

Slide 24 - Quiz

Ik kan de werkwoorden haben/sein/werden in de OTT vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Ik kan de werkwoorden haben/sein/werden in de OVT vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Slide 27 - Lien