imperfecto de subjuntivo

Imperfecto de Subjuntivo (1)
Als in de hoofdzin (bijvoorbeeld) een wil of wens uitgedrukt staat in de verleden tijd staat, moet in de bijzin de imperfecto de subjuntivo worden gebruikt.



Esperaba que pudiéramos hablar un rato.
Ik hoopte dat wij even zouden kunnen praten.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Imperfecto de Subjuntivo (1)
Als in de hoofdzin (bijvoorbeeld) een wil of wens uitgedrukt staat in de verleden tijd staat, moet in de bijzin de imperfecto de subjuntivo worden gebruikt.



Esperaba que pudiéramos hablar un rato.
Ik hoopte dat wij even zouden kunnen praten.

Slide 1 - Diapositive

Imperfecto de Subjuntivo (2)
De imperfecto de subjuntivo wordt altijd afgeleid van de laatste vorm van de pretérito indefinido. Je vervangt -on door een van deze uitgangen: -a/-as/-a/-amos/-ais/-an. De wij-vorm krijgt een accent op de twee-na-laatste lettergreep. 

Voor de imperfecto de subjuntivo is het dus van belang dat je de (onregelmatige vormen van) de indefinido kent.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

laatste vorm indefinido : hablar

Slide 9 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : hablar (él)

Slide 10 - Question ouverte

laatste vorm indefinido : aprender

Slide 11 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : aprender (nosotros)

Slide 12 - Question ouverte

laatste vorm indefinido : vivir

Slide 13 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : vivir (yo)

Slide 14 - Question ouverte

laatste vorm indefinido : ser

Slide 15 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : ser (tú)

Slide 16 - Question ouverte

laatste vorm indefinido : reír

Slide 17 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : reír (yo)

Slide 18 - Question ouverte

laatste vorm indefinido : proponer

Slide 19 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : proponer (vosotros)

Slide 20 - Question ouverte

laatste vorm indefinido : entretener

Slide 21 - Question ouverte

imperfecto de subjuntivo : entretener (usted)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

ejemplos
onwaarschijnlijke wens
Ojalá me tocara (tocar) la lotería
onwaarschijnlijkheid/ireëel
si hiciera (hacer) sol, podríamos ir a la playa
alsof
Pepe habla como si fuera un experto

Slide 24 - Diapositive

Expresar acción posterior a la del verbo principal en pasado:
  • La profesora pidió que se callara, pero él no le
hizo caso.
De docente vroeg dat hij zijn mond zou houden, maar hij luisterde niet naar haar.

Slide 25 - Diapositive

Expresar una condición improbable:
  • Si me dieras un beso, ganaría el cielo.
    Als je me een kus zou geven, zou de hemel winnen.

Slide 26 - Diapositive

truco
tip bij zinnen met "als" (een voorwaarde)
Als het virus niet zo bestaan, konden we weer naar de film.
Si el virus no existiera, podríamos ir al cine.

una frase con "si" (als)  o "como si"  (alsof)? --> imperfecto de subjuntivo
 

Slide 27 - Diapositive

Sería fantástico que....

Slide 28 - Question ouverte

Sería una pena que .....

Slide 29 - Question ouverte

Me parecería normal que....

Slide 30 - Question ouverte

Sería mejor que ....

Slide 31 - Question ouverte

Sería natural que ....

Slide 32 - Question ouverte

Traducid

  1. Ik hoopte dat de zon zou schijnen. (hacer sol)
  2. Mijn broer vroeg mij om hem te bellen. (vragen = pedir; e>i )
  3. Wij betwijfelden of ze ons zouden bellen.
  4. Jij geloofde niet dat het zo koud zou zijn.

Empezad con el imperfecto de indicativo en las frases 1, 3, 4 y con el indefinido de indicativo en la frase 2.
timer
6:00

Slide 33 - Diapositive

Repuestas

  1. Esperaba que hiciera sol.
  2. Mi hermano me pidió que le llamara.
  3. Dudábamos que nos llamaran.
  4. No creías que hiciera tanto frío.

Empezad con el imperfecto de indicativo en las frases 1, 3, 4 y con el indefinido de indicativo en la frase 2.

Slide 34 - Diapositive