3VW- PA1 H6- REPASO PARA LAS VACACIONES DE FEBRERO

Programa
  • Met deze Lessonup ga je het volgende doen:
  • La hora (de tijd - herhalen)
  • Los días de la semana (dagen van de week -leren/herhalen)
  • Las partes del día (de delen van de dag - leren/herhalen)
  • Hablar de pasado (pretérito perfecto) (voltooid tegenwoordige tijd - herhalen)
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
spaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programa
  • Met deze Lessonup ga je het volgende doen:
  • La hora (de tijd - herhalen)
  • Los días de la semana (dagen van de week -leren/herhalen)
  • Las partes del día (de delen van de dag - leren/herhalen)
  • Hablar de pasado (pretérito perfecto) (voltooid tegenwoordige tijd - herhalen)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
• ik kan de tijd in het Spaans geven
• ik kan met de tijd over mijn schoolvakken vertellen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Son las ... 
Es la ... 
Es la ... 
Son las ...

Het is ... 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

precies / exact
kwart over
half
kwart voor

Slide 8 - Diapositive

La hora (vrouwelijk)= het uur 
Vraag:
¿Qué hora es? (hoe laat is het)

Antwoord:
2- 12 uur : Son las dos, tres,...
1 uur : Es la una

Slide 9 - Diapositive

y = en
menos= min
y= hele uur en minuten bij tellen
menos= je begint af te trekken van het hele uur dat het gaat worden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoe laat gaat het worden? dan begin je af te trekken 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Let op:
Son las dos = Het is twee uur
A las dos = Om twee uur

¿Qué hora es? - Son las tres.         
Hoe laat is het? - Het is drie uur.

A qué hora vamos al cine? - A las diez.
Om hoe laat gaan we naar de bios? - Om tien uur.
Leer dit verschil goed!
VOORBEELD!

Slide 14 - Diapositive

¿Qué hora es? (hoe laat is het?)

Slide 15 - Diapositive

¿Qué hora es?
A
son las dos y media
B
son las una y media
C
es las una y media
D
es la una y media

Slide 16 - Quiz

¿Qué hora es?
Son las cinco y media. 
Son las tres (en punto).
Son las seis y diez. 
Son las ocho menos veinticinco.

Slide 17 - Question de remorquage

¿Qué hora es?
9:40
A
a las nueve y cuarenta
B
son las diez menos veinte
C
son las nueve menos veinte
D
es la nueve menos cuarto.

Slide 18 - Quiz

¿Qué hora es?
17:15
A
es las cinco y cuarto
B
son las cinco y cuarto
C
son las cinco en punto
D
son las cinco y media

Slide 19 - Quiz

¿Qué hora es?
10:30
A
es las diez y treinta
B
son las diez menos veinte
C
son las diez y media
D
son las once y media

Slide 20 - Quiz

Son las diez y diez
Son las tres en punto
Son las cuatro menos veinte
Son las ocho y veinte
Son las doce y cuarto

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe laat is het?
4:30 am

Slide 22 - Question ouverte

Hoe laat is het?
9:00 am

Slide 23 - Question ouverte

Hoe laat is het?
2:45 pm

Slide 24 - Question ouverte

Hoe laat is het?
1:00 pm

Slide 25 - Question ouverte

Hoe laat is het?
6:20 pm

Slide 26 - Question ouverte

hoe laat is het nu?
geef jouw antwoord in hele woorden

Slide 27 - Question ouverte

LEERDOELEN
  • Je leert en oefen de dagen van de week in het Spaans.
  • Je leert de delen van de dag in het Spaans.

Slide 28 - Diapositive

 Las partes del día
español
holandés
todos los días
elke dag
por la mañana
in de ochtend / s’ ochtends
por la tarde
in de middag / s’ middags
por la noche
in de avond / s’ avonds

Slide 29 - Diapositive

om aan te geven om welke deel van de dag het gaat

Slide 30 - Diapositive


Slide 31 - Question ouverte

Las respuestas
1. 16:30
2. 02:15
3. 07:05
4. 22:40
5. 13:02

De getallen zijn dus erg belangrijk. Zorg dat je ze nog herhaalt! 

Slide 32 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert de dagen van de week.



Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Los días de la semana
Bij de dagen van de week gebruik je altijd het bepaald lidwoord.
el - eenmalige gebeurtenis
los - terugkerende gebeurtenis
- El lunes tengo clase de español.
- Los lunes tengo clase de español.
- El domingo no estudio.
- Los domingos no estudio.

Slide 35 - Diapositive

maandag
woensdag
dinsdag
vrijdag
zaterdag
donderdag
zondag
Lunes
Miércoles
Martes
Jueves
Sábado
Viernes
Domingo

Slide 36 - Question de remorquage

Slide 37 - Lien

Slide 38 - Lien

Leerdoelen
  • Je herhaalt het gebruik van het voltooid tegenwoordige tijd in het Spaans (Pretérito Perfecto).
Deze tijd gebruik je om te vertellen wat je hebt gedaan.

Slide 39 - Diapositive

ACCIONES PASADAS
LEES DE TEKST VAN PG. 55.
HIER ZIEN WE WERKWOORDEN VERVOEGD IN EEN VERLEDEN TIJD.
MAARKEER ALLE WERWOORDEN IN DE TEKST DIE WIJZEN NAAR HET VERLEDEN

Slide 40 - Diapositive

PINCHA(klik op) EN EL OJO PARA CONTROLAR

Slide 41 - Diapositive

TAREA VÍDEO
in de volgende slide ga je werken met een video.
Lees het rustig door en maak de opdrachten.

¡Mucha suerte!

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Lien

TRABAJAMOS
MAAK NU UIT HET WB PG. 84 - 85

EJERCICIO 11 B  Y 11 C

TIJDENS DE VOLGENDE LES GAAN WE HET NAKIJKEN.

Slide 44 - Diapositive

¡GRACIAS Y ADIÓS!

Slide 45 - Diapositive