Parenterale voeding

TPV
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

TPV

Slide 1 - Diapositive

TPV: totale parenterale voeding: Grotere hoeveelheden en langere tijdsduur


PPV: Perifere parenterale voeding (7 tot max 10 dagen) tot max 2 li per 24u
Totale Parenterale Voeding (TPV)
  • Totale Parenterale Voeding (omzeilen van maag-darmkanaal)
  • Bij patiënten waar het niet mogelijk is om via normale voeding in leven te blijven
  • Bij ernstige aandoening aan de dunne darm
  • Trombose in de buikaders (groot deel van de dunne darm afsterft)
  • Meermaals inkorten van de dunne darm, (ziekte van Crohn)
  • Na grote operaties aan de darmen of bij ernstige brandwonden
  • Om pre- operatief in optimale conditie te komen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicaties plaatsen CVK
  •  Langdurige behandeling met medicatie via  infuus
  •  Toediening totale parenterale voeding (TPV) 
  •  Toedienen onverenigbare medicamenten tegelijkertijd
  •  Toedienen vloeistoffen die schadelijk zijn voor de vaatwand (cytostatica e.d.)
  •  Slechte perifere vaattoestand van zorgvrager

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subclavia
  • Voor toedienen parenterale voeding
  • Kan 10-14 dagen of enkele maanden blijven zitten afhankelijk van soort katheter

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

https://nextbook.io/book/verpleegkunde/zorgen-en-toezicht-bij-patienten-met-een-centraal-veneuze-katheter/de-centraal-veneuze-katheter

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infuus vloeistoffen

  • Glucose 2,5% NaCl 0,45%
  • Nacl 0,9%
  • Glucose 5% en glucose 10% 
  • Ringer-lactaat 
  • Bloedproducten
  • TPV (totale parenterale voeding)
  • Antibiotica
  • Medicatie per gift, denk aan 4x daags AB
  •  Vocht geven met hoge snelheid

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorgen thoraxdrain
A
Bij luchtlekkage steriele vaseline gebruiken rondom insteekopening
B
Hoeft niet verbonden te worden
C
Als verpleegkundige mag je dit niet verzorgen
D
Om de dag observatie insteekopening

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar: een thoraxdrain kan vocht halen uit de pleuraholte
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vpk aandachtspunten heb je sowieso voorafgaand aan een bloedtransfusie?
A
controle door 1 persoon: identificatie patiënt, controle bloedgroep en resusfactor, controle bloedproduct; infuus met hoofdlijn en zijlijn
B
controle met 2 personen: identificatie patiënt, controle bloedgroep en resusfactor, controle bloedproduct; infuus met hoofdlijn en zijlijn
C
controle door 1 persoon: identificatie patiënt, controle bloedgroep en resusfactor, controle bloedproduct; infuus met 2 hoofdlijnen en 1 zijlijn
D
controle met 2 personen, identificatie patiënt, controle bloedgroep en resusfactor, controle bloedproduct; infuus met 2 hoofdlijnen en 1 zijlijn

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat houdt een kruisproef bij een bloedtransfusie in?
timer
0:30
A
bloed van meerdere donoren wordt bij elkaar gebracht en gegeven
B
witte bloedlichaampjes van donor en ontvanger worden gemengd om te kijken naar reacties
C
nadat de donor 100 ml bloed heeft ontvangen wordt bloed afgenomen voor onderzoek op reacties
D
rode bloedcellen van donor en ontvanger worden met elkaar gemengd, mogen niet reageren op elkaar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke controles voer je uit voor, tijdens en na een bloedtransfusie?
A
bloeddruk
B
temperatuur
C
pols
D
alle drie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar wordt de tip van een CVC geplaatst?
A
onderste holle ader
B
bovenste holle ader
C
in de boven arm
D
in de onderarm

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een complicatie van een CVC in de vena subclavia?
A
Pneumothorax
B
Knikt snel af
C
Moeilijk te fixeren
D
'Vieze' plaats

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Complicaties thoraxdrain
A
kan eruit vallen
B
bloeding
C
infectie
D
antwoord B en C

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén indicatie voor een thoraxdrain?
A
pneumothorax
B
ongeval met longletsel (Hematothorax)
C
doorgegroeide longtumor
D
COPD

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer plaats je een cvk
A
als iemand AB nodig heeft
B
als iemand tpv nodig heeft
C
als iemand op de ic ligt
D
als iemand geen perifeer infuus kan krijgen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions