Herhalingsles §2.3 + §2.4

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

b1e

Mens & Maatschappij

• Herhaling 2.3 + 2.4
• Vrijdag12-04 PW 2.3 + 2.4

Naar LessonUp.app!!

Herhaling

Mens & aarde

2.3 + 2.4

Aardkorst

Mantel

Buitenkern

Binnenkern

1

2

3

4

Aardbevingen ontstaan...

1. in de aardkern.
2. in het hypocentrum
3. langs breuken.
4. midden op de aardplaten.

Geen bevingen, wel vulkanen

Hevige beving, veel vulkanen

Hevige beving, geen vulkanen

In Nederland zijn er ook aardbevingen.

1. Waar
2. Niet waar

Een aardbeving wordt gemeten volgens de schaal van ...

1. Richter
2. Beaumont
3. Seismologie

Bergen ontstaan waar aardkorstplaten

Bron 1

Bekijk bron 1. Omcirkel in elke zin het juiste antwoord.

De Noord-Amerikaanse plaat en de Euraziatische plaat...

1. bewegen langs elkaar
2. naar elkaar toe
3. van elkaar af

Bekijk bron 1. Omcirkel in elke zin het juiste antwoord.

Op de grens van de Nazcaplaat en de Zuid-Amerikaanse plaat zijn .............aardbevingen

1. veel
2. weinig

Bekijk bron 1 nog een keer.
Omcirkel je antwoord en maak daarna de zin af.

Op het midden van een aardkorstplaat zijn veel / weinig aardbevingen, omdat

Kracht van de aardbeving op schaal van Richter

3-4 Lichte aardbeving

5-6 vrij krachtige aardbeving

7-8 zware aardbeving

Een aardbeving is een trilling in de......

Op 13 april 1992 werd Roermond getroffen door een aardbeving. Er waren gelukkig geen slachtoffers. Wel raakten veel huizen zwaar beschadigd. Hoe groot was de kracht van de aardbeving? Leg je antwoord uit.

De aardbeving had een kracht 2 / 6 / 8, omdat

1. 

2. 

3.

4. 

Zeebodem
een
zeebeving.


Bodem
gaat
omhoog

Door de zeebodem beweegt het water omhoog.

Er ontstaan grote golven

Deze golven komen uiteindelijk op het land

Waar is een grote kans op een aardbeving en waar juist niet? Sleep de teksten naar de juiste plaats.

Midden Rusland

Geen kans 

Midden-Europa Geen kans

India. Grote kans.

Japan. Grote kans

Chili. Grote kans

Noem minimaal twee gevolgen van een tsunami.

Een vulkaan is een plek in de aardkorst waar _________________ aan het aardoppervlak komt.

Aardbevingen en vulkanen komen _____________ bij elkaar in de buurt voor.

Omcirkel het juiste antwoord.

1. Aardkorstplaten drijven op het gesmolten gesteente in de aardkorst.
2. De aardmantel bestaat uit vloeibaar gesteente.
3. Het bewegen van de aardkorstplaten zorgt ervoor dat het gesmolten gesteente moeilijk naar boven komt.
4. Op het midden van aardkorstplaten komen veel vulkaanuitbarstingen voor.

Magma

Lava

Krater

Kraterpijp

De zinnen over vulkanen staan in de verkeerde volgorde. Sleep ze zodat ze van boven naar onder in de juiste volgorde staan

1

2

3

Platen botsen tegen elkaar, er ontstaat een vulkaan. 

Lava vloeit uit de krater en stolt tot gesteente.

Magma stijgt omhoog.

Dode vulkaan

Slapende vulkaan

Actieve vulkaan

El Teide op Tenerife is een vulkaan die in 1909 voor het laatst is
uitgebarsten. Dit is een _____________________ vulkaan.

1. Slapende
2. Dode
3. Actieve

De Zuidwalvulkaan in de Waddenzee is bedekt met meer dan 2000m zand.
Dit is een ________________ vulkaan.

1. Slapende
2. Dode
3. Actieve

Naast vloeibaar gesteente komen er ook ________________ gassen, as en stenen uit de vulkaan bij een uitbarsting.

Wat is het verschil tussen een slapende en een dode vulkaan?

Noem twee ongunstige gevolgen van een vulkaanuitbarsting.

Een gunstig gevolg van een vulkaanuitbarsting is:

Rond een vulkaan is de grond heel vruchtbaar. Wat betekent vruchtbaar?