Les 20. De mythe en fabel (inleiding)

• Nederlands
• Secundair onderwijs

De mythe en fabel 

Lesdoelen: 

- je kent het verschil tussen een mythe en een fabel 

- je kent de verschillende kenmerken van een mythe/fabel 

- je kent de verschillende aspecten van het woord 'mythe'

- je maakt kennis met verschillende uitdrukkingen uit de Griekse mythologie 

Wat weet je over mythes?

Mythe in onze taal

Wat betekent het woord ‘mythe’ in het krantenartikel volgens jou? Probeer de betekenis af te leiden uit de context. 

Alcohol helpt niet tegen het coronavirus. De Europese tak van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat in tegen het gerucht dat hier en daar de ronde doet. "Angst en fake news hebben een gevaarlijke mythe doen ontstaan, namelijk dat de consumptie van sterke drank het coronavirus kan doden. Die mythe klopt niet.” De WHO wijst er net op dat alcoholconsumptie iemand kwetsbaarder kan maken voor de ziekte. “Alcohol brengt het immuunsysteem in gevaar.” 

Bron: HBvL

Wat betekent het woord ‘mythe’ in het krantenartikel volgens jou? Probeer de betekenis af te leiden uit de context.

1. Persoon die als een god wordt aanbeden, iemand met uitzonderlijk veel talent.
2. Een praatje zonder grond, een verzonnen verhaal.
3. Iets wetenschappelijks onverklaarbaar.

Wat betekent het woord ‘mythe’ in het krantenartikel volgens jou? Probeer de betekenis af te leiden uit de context. 

Bron: De Standaard

Wat betekent het woord ‘mythe’ in het krantenartikel volgens jou? Probeer de betekenis af te leiden uit de context.

1. Persoon die als een god wordt aanbeden, iemand met uitzonderlijk veel talent.
2. Een praatje zonder grond, een verzonnen verhaal.
3. Iets wetenschappelijks onverklaarbaar.

Wat betekent het woord ‘mythe’ in het krantenartikel volgens jou? Probeer de betekenis af te leiden uit de context.

1. Persoon die als een god wordt aanbeden, iemand met uitzonderlijk veel talent.
2. Een praatje zonder grond, een verzonnen verhaal.
3. Iets wetenschappelijks onverklaarbaar.

Besluit

Een mythe is een volksverhaal dat:

• goden, halfgoden en helden uit het verleden in de hoofdrol heeft

• behoort tot een bepaalde cultuur

• mondeling overgeleverd en pas later opgeschreven werd

• angsten en antwoorden op levensvragen verwoordt

• een gebruik of een natuurfenomeen wil verklaren

In het moderne taalgebruik verwijst het woord ‘mythe’ naar een als waar aangenomen verzinsel.

Mensen die door hun kwaliteiten goddelijke eigenschappen toebedeeld krijgen en bijna als goden vereerd worden, worden ook mythen genoemd.

Fabel

De kikker die even groot als een os wilde zijn 

Een os stond in de wei te dromen bij een beek

En zag hoe daar vlakbij een kikker hem bekeek.

Hij was zichtbaar jaloers, niet groter dan een ei,

Maar kwaakte kwaad:

"Kijk, kijk! 'k Word net zo groot als jij!"

De os sloeg met zijn staart en stond zich te verbazen.

De kikker rekte zich, begon zich op te blazen.

Hij blies en blies, hield zich even in

En vroeg: "Is dit geen goed begin?

Ben ik op weinig tijd niet reuze aangekomen?"

De os zei: "Boe!" En bleef maar voor zich uit staan dromen.

De wereld barst van waan en nijd

Om wie de snelste auto rijdt

Het grootste huis. De verste reis.

Ach, is dat allemaal wel wijs?

Fabel

De kikker wond zich op, begon met nieuwe moed

Hij voelde alles spannen. "Is het nu nog niet goed?"

"Boe!" deed de os bedroefd. "Het lijkt er echt niet op.

Niet groter dan een pad, maar met een dikke kop!"

Nu werd de kikker woest, hij duwde, blies en balde

Zijn spieren plots zo hard dat hij aan flarden knalde

De wereld barst van waan en nijd

Om wie de snelste auto rijdt

Het grootste huis. De verste reis.

Ach, is dat allemaal wel wijs?

(Jean de la Fontaine)