Thema 1 B-stof 5 Groei, ontwikkeling, B-stof 7 gedaantewisseling

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Groei of ontwikkeling?
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare school

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Groei of ontwikkeling?
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kent de definitie van groei en ontwikkeling
  • Je kunt voorbeelden van groei en ontwikkeling bij organismen noemen
  • Je kunt verschillende onderdelen van een bruine boon herkennen en kent de functie
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven


Slide 2 - Diapositive

Verschil Groei en Ontwikkeling
                Groei = het groter/zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling = optreden van veranderingen in de bouw van een organisme

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van levensverschijnsel ...

Slide 6 - Question ouverte

Groei
Ontwikkeling

Slide 7 - Question de remorquage

Als het worteltje uit de boon naar buiten komt, noem je dat:
A
groeien
B
ontwikkelen

Slide 8 - Quiz

De bruine boon
Buitenkant
  • Poortje: ingang voor water
  • Navel: bevestiging aan peul
  • Hartvormig bultje
  • Zaadhuid: bescherming

Binnenkant
  • Kiem: Babyplant
  • Zaadlob: voedsel

Slide 9 - Diapositive

Water wordt opgenomen door het poortje, de boon kiemt.
De wortel komt door de zaadhuid
Het plantje groeit verder. 
Het voedsel in de zaadlobben wordt gebruikt om te kunnen groeien.
Het voedsel in de zaadlobben is op, ze vallen af.
De plant kan nu voor zijn eigen voedsel zorgen.
De plant gaat zich klaarmaken om voort te planten.
De plant maakt bloemen, deze veranderen uiteindelijk in bonen.
Zo ontstaan er weer nieuwe zaden

Slide 10 - Diapositive

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 20 t/m 21
  • Maken Opdr. 1 t/m 9 blz. 23

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 11 - Diapositive