Op zoek naar het verleden

Op zoek naar het verleden

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:
- uitleggen waarom sommige vragen over vroeger moeilijk te beantwoorden zijn.
- benoemen wat de waarde is van kennis van het verleden.
- beschrijven hoe we de geschiedenis indelen en welke jaartelling we gebruiken.

Wat weet je al over jagers en verzamelaars?

Wat weten we?

We weten niet alles over jagers en verzamelaars. Er zijn geen geschreven bronnen uit die tijd.

- Jagers en verzamelaars leefden duizenden jaren geleden.
- Ze waren afhankelijk van de natuur voor voedsel en onderdak.

Moeilijke vragen

Het is moeilijk om sommige vragen over het verleden te beantwoorden omdat er geen geschreven bronnen zijn.

- Hoe zagen hun huizen er precies uit?
- Wat aten ze precies?
- Hoe communiceerden ze met elkaar?

Waarom is het belangrijk?

Kennis van het verleden helpt ons om:
- te begrijpen waar we vandaan komen.
- te leren van fouten uit het verleden.
- ons heden en toekomst beter te begrijpen.

Indeling van de geschiedenis

We delen de geschiedenis in periodes in. Bekende periodes zijn:

- Prehistorie
- Oudheid
- Middeleeuwen
- Nieuwe Tijd
- Moderne Tijd

Jaartelling

We gebruiken de 'Christelijke jaartelling' als onze jaartelling.

- Het jaar 0 is het vermoedelijke geboortejaar van Jezus Christus.
- Voor Christus gebruiken we 'v.Chr.' (voor Christus)
- Na Christus gebruiken we 'n.Chr.' (na Christus)

Interactieve activiteit

Verdeel de klas in groepjes. Geef elk groepje een foto van een archeologische vondst. Laat ze speculeren over wat het kan zijn en waar het vandaan komt. Bespreek daarna de verschillende interpretaties.

Samenvatting

We hebben geleerd dat sommige vragen over het verleden moeilijk te beantwoorden zijn vanwege het gebrek aan geschreven bronnen.

Het is belangrijk om kennis van het verleden te hebben omdat het ons helpt te begrijpen waar we vandaan komen en van fouten te leren.

De geschiedenis is ingedeeld in periodes en we gebruiken de Christelijke jaartelling als onze jaartelling.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.