Betrouwbaarheid van bronnen

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

2.3 Betrouwbaarheid van bronnen 
Historici maken gebruik van heel veel bronnen, maar ... is alle informatie juist? 
  • Je moet in staat zijn om een bron (tekst/afbeelding) te controleren op betrouwbaarheid 
  • Een bron met (min of meer) juiste informatie is betrouwbaar
  • Betrouwbaarheid kun je op de volgende manieren controleren: 

Slide 3 - Diapositive

Wanneer is een bron betrouwbaar?
  1. Wat voor soort bron is het? Is de bron openbaar of privé? 
  2. Uit welke tijd stamt de bron? Uit de tijd zelf of pas (veel) later?
  3. Wat weet je van de maker van de bron? 
    - welk doel heeft de maker
    - waar heeft de maker de informatie vandaan? Was hij ooggetuige? 
  4. Klopt de inhoud van de bron? 
    - zijn er feiten / meningen?
    - heeft de maker vooroordelen? 

Slide 4 - Diapositive

(on)betrouwbare bronnen uit de tijd van Caesar
bron: Reisverslag in een dagboek van een schepeling - 50 v.Chr. 
'Wij hebben het drie maanden en twintig dagen zonder enige vorm van vers voedsel moeten stellen. We aten brood waar de wormen in krioelden die zich aan het brood tegoed hadden gedaan. Het brood stonk sterk naar de urine van ratten. We dronken geel water, dat al dagenlang bedorven was. We hebben ook ossenhuiden die we aan boord hadden, opgegeten. Ratten gingen voor anderhalve denarii per stuk van de hand. Het ergste van alle ongelukken was het volgende: het tandvlees zwol zodanig, dat men niets meer kon eten en daardoor stierf... ik werd echter, Jupiter zij dank, niet ziek.'

Slide 5 - Diapositive

Is de auteur ooggetuige van de gebeurtenis?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Heeft de auteur een reden om te overdrijven (mooier of slechter maken) over de gebeurtenis?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Leefde de auteur in dezelfde tijd als dat de bron geschreven is?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Staan er vooral meningen of feiten in?
A
Meningen
B
Feiten

Slide 9 - Quiz

Het reisverslag is wel/niet betrouwbaar, omdat...

Slide 10 - Question ouverte

Speech opgeschreven door Magnus Pompeius (tegenstander van Caesar), op 7 januari, 49 v.Chr. 
Magnus Pompeius in zijn speech tegenover de Senaat. 

Caesar is de grootste dreiging die onze Republiek ooit heeft gekend. Niet alleen heeft deze schurk de bevelen van de Senaat genegeerd, ook trekt hij met zijn legers de heilige rivier de Rubicon over, een ongeëvenaarde schurkendaad. Ik heb bericht gekregen dat Caesar onderweg is naar Rome om zichzelf tot alleenheerser uit te roepen. Hij heeft steden geplunderd, in brand gestoken en de edele mannen van de adel afgeslacht. Ongetwijfeld komt hij hier hetzelfde doen. Tenzij jullie mij uitroepen tot dictator, zullen Rome en de Republiek, zonder twijfel, verloren zijn. 
Nog dezelfde dag werd Pompeius door de Senaat uitgeroepen tot dictator in strijd tegen Caesar. 

Slide 11 - Diapositive

Is de auteur ooggetuige van de gebeurtenis?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Heeft de auteur een reden om te overdrijven (mooier of slechter maken) over de gebeurtenis?
A
ja, want hij wil de macht krijgen om tegen Caesar te vechten, een politieke tegenstander.
B
nee, hij baseert zich op betrouwbare bronnen en weet dus waar hij over spreekt.

Slide 13 - Quiz

Leefde de auteur in dezelfde tijd als dat de bron geschreven is?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

De speech van Pompeius over Caesar is wel/niet betrouwbaar, omdat ...

Slide 15 - Question ouverte

Jezus aan het kruis. 1870. Geschilderd door Carl Heinrich Bloch. 

Slide 16 - Diapositive

Het schilderij komt uit de tijd van Christus.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Het schilderij is gebaseerd op feiten of meningen
A
feiten
B
meningen
C
beide

Slide 18 - Quiz

De auteur heeft een reden om de gebeurtenis mooier te ,maken dan dat het was
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Het schilderij is wel/ niet betrouwbaar, omdat..

Slide 20 - Question ouverte