221116_AH1D_verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga 5 minuten lezen.

Verkleinwoord

Les van vandaag

Uitleg over verkleinwoorden en oefenen hiermee.

Doel: Je kunt verkleinwoorden correct spellen.

Wat gaan we vandaag doen?

• Vorige week --------->
• Uitleg verkleinwoorden.
• Even oefenen.
• Zelf werken.
• Morgen. 

-het juiste gebruik van hoofdletters en leestekens

-korte en lange bijvoeglijk naamwoorden

-meervouden op -en, -s en ‘s 

Wat plak je achter een zn om er een verkleinwoord van te maken?

Welk verkleinwoord is correct geschreven?

1. barretje
2. bikini'tje
3. chocolaadje
4. dineetje

Welk verkleinwoord is correct geschreven?

1. euro'tje
2. koningkje
3. logeetje
4. playboy-tje

Wat is goed?

1. Mevrouw Van Dam koopt citroenen.
2. Mevrouw van Dam koopt citroenen.

Welk verkleinwoord is correct geschreven?

1. ponytje
2. pyjamaatje
3. souveniertje
4. taxi'tje

Wat is juist?

1. paraplutje
2. paraplu'tje
3. parapluutje

Vul het juiste verkleinwoord in.

1. woningje
2. woninkje
3. woningkje

Zelf werken

Maak

Opdracht 1, 2 en 3.

Hoe

in je schrift

Hoe lang

10 minuten

Hulp

Theorie blz. 251.

Lezen als je klaar bent.

Samen nakijken

> Nakijken opdracht 1 t/m 3.

Morgen

• Start schrijven; o.a. e-mail.