Oncologische aandoeningen

Zorgvragers met oncologische aandoeningen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Zorgvragers met oncologische aandoeningen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij oncologische aandoeningen?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je al eens te maken gehad met kanker?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent oncologie?
Oncologie:
  • Onkos --> massa of tumor
  • Logos --> leer

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oncologie
Oncologie is de wetenschap die kwaadaardige tumoren, kankerprocessen en de effecten van verschillende behandelingen van kwaadaardige tumoren bestudeert.

Doel: zorgvragers genezen, leven verlengen of kwaliteit van leven bevorderen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeveer 1 op de 10 mensen krijgt kanker in zijn of haar leven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Ongeveer 1 op de 3 mannen en 1 op de 4 vrouwen krijgen kanker voor hun 75ste. Kanker treft vooral ouderen: 68 % van de vrouwen en 80 % van de mannen zijn 60 jaar of ouder bij de diagnose
Feiten
  • Ongeveer 1 op de 3 mannen en 1 oude 4 vrouwen krijgen kanker voor hun 75 ste.

  • Kanker treft vooral ouderen:68% van de vrouwen en 80% van de mannen zijn 60 jaar of ouder bij de diagnose.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigen schuld of domme pech?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kanker en oorzaken
Kanker is een verzamelnaam voor kwaadaardige tumoren en/of kwaadaardige celvorming.
Oorzaken:
  • Aanleg --> 5-10%
  • Infectieziekten: bijv. hepatitis B en C verhogen het risico op leverkanker
  • Leefomgeving: bijv. zon, chemische stoffen, röntgenstraling (beschadigen DNA)
  • Voeding en leefstijl: bijv. roken, ongezond eten, alcohol of overgewicht

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsonderzoek
Borstkanker en baarmoederkanker (cervixcarcinoom)

In januari 2014 is hieraan het bevolkingsonderzoek voor darmkanker toegevoegd.
  • Iedere 2 jaar krijgen alle mannen en vrouwen tussen de 55 en 75 jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek darmkanker.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een benigne tumor?
A
Goedaardige tumor
B
Kwaadaardige tumor

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor uitzaaiingen?
A
Maligne tumor
B
Carcinoom
C
Metastasering
D
Mammografie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed aardige gezwellen kunnen omringend weefsel binnendringen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Negen signalen van kanker
  1. gewichtsverlies, vermoeidheid, slecht uit zien
  2. veranderingen bij plassen
  3. verandering ontlasting
  4. verdikking/knobbel in lichaam
  5. blijvende heesheid of hoest, bloed ophoesten
  6. slikklachten
  7. moedervlekken en huidplekjes die veranderen
  8. een plekje dat schilfert of bobbeltje op de huid
  9. vrouw > ongewoon bloedverlies/afscheiding, man> pijn of verandering zaadballen 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandelingen en bijwerkingen
Zorg en begeleiding

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling van kanker
  • Curatief
  • Palliatief
  • Neoadjuvant
  • Adjuvant

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Curatief
Dit is gericht op genezing.
Het doel is dat met de behandeling(en) iemand volledig kan herstellen.

Voorbeeld: een tumor wordt volledig operatief verwijderd. 
Er zijn geen uitzaaiingen, en er blijven geen kwaadaardige cellen achter. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatief
Volledig herstel zal niet mogelijk zijn.

De behandeling(en) richt zich op comfort en bestrijding van ongemak en pijn.
Een doel van de behandeling kan ook levensverlenging zijn.


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Palliatief
Voorbeeld: 
Een patiënt heeft uitgezaaide darmkanker naar lever en longen, en kan hier niet van genezen.

Er vindt een operatie plaats om een afsluiting van de darm op te heffen en er wordt een colostoma aangelegd. 

De patiënt is niet genezen van de kanker, maar heeft geen hevige pijnklachten meer die de darmafsluiting veroorzaakte.




Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neoadjuvant
Een behandeling vooraf aan de hoofdbehandeling.

De eerste behandeling richt zich op het kleiner maken van de tumor, zodat deze bijvoorbeeld beter te verwijderen is. 
Soms kan het de lange termijn overleving kan verbeteren.

Voorbeeld: eerst chemotherapie en erna een operatie

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adjuvant
De behandeling vindt plaats na een andere behandeling.

Een doel kan zijn dat de eventueel achtergebleven kankercellen bestreden worden, en het risico dat de kanker terugkomt kleiner wordt.

Voorbeeld: radiotherapie na een operatie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandelmogelijkheden
  • Chirurgie
  • Chemotherapie
  • Radiotherapie
  • Hormoontherapie
  • Immunotherapie

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwerkingen behandelingen
  • Vermoeidheid
  • Algehele malaise
  • Misselijkheid en braken
  • Verminderde afweer 
  • Haaruitval
  • Pijn
  • Angst

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwerkingen behandelingen
Verminderde afweer kan o.a. leiden tot:

  • Infecties
  • Opportunistische infecties
  • Verlaagd aantal bloedplaatjes (spontane bloedingen, blauwe plekken etc.)
  • Hb daling

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwerkingen behandelingen
Soms is het lastig om onderscheid te maken tussen de symptomen van de oncologische aandoening zelf, en de bijwerkingen van de behandeling.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
  1. Kies een vorm van kanker waar je meer over zou willen weten
  2. Wat houdt deze vorm van kanker in?
  3. Wat zijn de symptomen bij deze vorm van kanker?
  4. Welke onderzoeken worden er gedaan om deze vorm vast te stellen?
  5. Wat is de behandeling bij deze vorm van Kanker?
  6. Kun je de kans op deze vorm van kanker verkleinen? Zo ja, hoe?
  7. Waar moet je op letten als je een zorgvrager verzorgd met deze vorm van kanker?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er komen andere aspecten kijken wanneer ik zorg voor een zorgvrager met een oncologisch aandoening
A
Ja, hier ben ik het mee eens
B
Nee, hier ben ik het niet mee eens

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij belangrijk bij de zorg en begeleiding van een zorgvrager met een oncologische aandoening?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke psychische gevolgen zou de diagnose kanker voor iemand kunnen hebben?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke psychische en lichamelijke gevolgen zou een behandeling kunnen meebrengen voor de zorgvrager?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Restverschijnselen
Dit is een term waarmee wordt aangegeven welke klachten blijvend zijn na de behandeling of als gevolg van de ziekte zelf

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van restverschijnselen

Slikklachten, benauwdheidsklachten, problemen met mictie en defecatie, fertiliteitsproblemen of onvruchtbaarheid vermoeidheid, beperkingen van de zintuigen etc.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions