2.3 Wat is normaal?

H2.3 Lesdoelen: Wat is normaal?
Vandaag gaan we kijken naar de puberteit, normen en waarden, groepsnormen. 

OPEN JE BOEK (BLZ 26) EN JE WERKBOEK (BLZ 23)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2.3 Lesdoelen: Wat is normaal?
Vandaag gaan we kijken naar de puberteit, normen en waarden, groepsnormen. 

OPEN JE BOEK (BLZ 26) EN JE WERKBOEK (BLZ 23)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Instructie
Asociaal gedrag - iemand die geen rekening houdt met anderen, voordringen in de rij 
Groepsdruk - het gevoel dat je je móét aanpassen aan de gewoonten van de groep. 
Generatieconflict - een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door een verschil in leeftijd
Gendernormen zijn sociale normen over hoe mannen, vrouwen, jongens en meisjes zich zouden moeten gedragen.

Slide 4 - Diapositive

De puberteit is...
A
dat mijn hersenen volgroeid zijn
B
dat ik nieuwe normen en waarden leer
C
dat ik leef in de periode tussen de kinder- en volwassentijd

Slide 5 - Quiz

De puberteit is?
A
De periode tussen kleutertijd en volwassenheid
B
De periode na je 14e
C
De periode tussen peutertijd en kindertijd
D
De periode tussen kindertijd en volwassenheid

Slide 6 - Quiz


Wat hoort niet bij de puberteit?
A
Behoeft aan privacy wordt groter.
B
Afzetten tegen ouders/verzorgers
C
Goed nadenken voor je iets doet.
D
Nieuwe dingen uit proberen en onafhankelijk worden.

Slide 7 - Quiz

Normen en waarden kunnen per persoon verschillen doordat
A
De groep waarbij je hoort
B
De tijd waarin je leeft
C
De plaats waar je woont
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 8 - Quiz

Wat is groepsdruk?
A
De vriendschap die je opbouwt in een groep
B
De druk die je voelt om mee te doen met de groep
C
De druk die je voelt om een goede leider binnen de groep te zijn
D
De haat die je onderling opbouwt in een groep

Slide 9 - Quiz

Is er sprake van tolerantie als er groepsdruk is?
A
Ja, want iedereen mag meedoen
B
Ja, want het zorgt voor een groepsgevoel
C
Nee, want tolerantie heeft niks te maken met groepen.
D
Nee, want groepsdruk zorgt ervoor dat iemand zich moet aanpassen

Slide 10 - Quiz

Als je iemand een etiket opplakt, dan...
A
ben je je bewust van je eigen normen en waarden.
B
probeer je je eigen gedrag te begrijpen.
C
Schat je iemand als persoon in.
D
probeer je beeldvorming te vermijden.

Slide 11 - Quiz

Wat betekend tolerantie?
A
respect
B
accepteren van mensen met andere normen en waarden
C
vooroordeel
D
in conflict komen met mensen met andere normen en waarden

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een gendernorm?
A
Een volwassen man die huilt.
B
Een jongen in een jurk.
C
Een meisje dat van roze kleding houdt.
D
Een vrouwelijke vrachtwagenchauffeur

Slide 13 - Quiz

H2.3 Lesdoelen: Wat is normaal?
Vandaag gaan we kijken naar de puberteit, normen en waarden, groepsnormen. 


OPEN JE BOEK (BLZ 26) + 
JE WERKBOEK (BLZ 23)

Slide 14 - Diapositive

Zelfstandig werken 
Maak opdrachten in je werkboek blz 24 t/m 25

Slide 15 - Diapositive

Evaluatie - huiswerk

Slide 16 - Diapositive