Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Terugblik vorige les
Slide 2 - Diapositive
Vorige les hebben jullie geleerd dat:
De collectieve vraag naar een goed afhankelijk is van: voorkeuren van de consument, prijs van het goed en andere goederen, inkomen van de consumenten en het aantal consumenten.
De relatie tussen de prijs (P) van en de gevraagde hoeveelheid (Q)van een goed kan met een vraagfunctie worden weergegeven Qv = aP+ b a = negatief
Om de vraaglijn aan de hand van de vraagfunctie tekenen.
Collectieve vraagcurve kan verschuiven
Slide 3 - Diapositive
Nakijken
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan:
De prijselasticiteit (Epv) van een goed berekenen.
Aangeven of de vraag naar een goed elastisch, inelastisch is of volkomen inelastisch is.
Slide 10 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan:
De inkomenselasticiteit (Ei) berekenen.
Aangeven of het gaat om een noodzakelijk, luxe of inferieur goed.
Slide 11 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan:
De kruiselingse elasticiteit (Ek) berekenen
Aangeven of het gaat om complementaire, substitutie of onafhankelijke goederen.
Slide 12 - Diapositive
Prijselasticiteit
Geeft aan in welke mate de gevraagde hoeveelheid naar een goed verandert als de prijs van dat goed verandert.
Epv = % verandering van de vraag
% verandering van de prijs
Slide 13 - Diapositive
Epv < -1
-1 < Epv < 0
Epv = 0
sterke reactie
weinig reactie
geen reactie
op prijsverandering
Prijselasticiteit
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Geef twee voorbeelden van goederen met een inelastische vraag
timer
0:20
Slide 16 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van een goed met een volkomen inelastische vraag
timer
0:20
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Pauze
Korte pauze!
timer
5:00
Slide 20 - Diapositive
Inkomenselasticiteit
De mate waarin een verandering van het inkomen een effect heeft op de gevraagde hoeveelheid van een bepaald product
Ei = % verandering van de vraag
% verandering van het inkomen
Slide 21 - Diapositive
Ei < 0
0 < Ei < 1
Ei > 1
omgekeerde reactie
kleine reactie
grote reactie
op inkomensverandering
Slide 22 - Diapositive
Het inkomen van consumenten neemt van f20.000,- naar f21.000,- toe. Als gevolg hiervan gaan consumenten 3% meer kopen van een bepaald goed. Bereken de Ei
timer
1:00
A
Ei = 0,60
B
Ei = 0,63
C
Ei = -0,60
D
Ei = -0,63
Slide 23 - Quiz
Ei = 0,6. We hebben hier te maken met een
timer
0:20
A
Inferieur goed
B
Noodzakelijk goed
C
Luxe goed
Slide 24 - Quiz
Kruiselingse prijselasticiteit
in welke mate de vraag naar een product reageert als de prijs van een ander product verandert