Les 1B: Vogels (huisvesting en voeding)

Hoofdstuk 2. Vogels


IBS 3: Dierenspeciaalzaak
MBO niveau 2
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2. Vogels


IBS 3: Dierenspeciaalzaak
MBO niveau 2

Slide 1 - Diapositive

Gezondheid
Gezonde vogel:
  • Alert
  • Actief
  • Een mooi aaneengesloten verendek
  • Eten en drinken voldoende
  • Ontlasting is stevig en heeft de juiste kleur

Niet goed:
  • Vogel voldoet niet aan bovenstaande kenmerken
  • Zit ergens in een hoekje
  • Uitwendige parasieten

Iets mis? --> dierenarts voor bloed- of mestonderzoek



Slide 2 - Diapositive

Hoe bepaal je de conditie van een vogel?

Slide 3 - Carte mentale

Conditie
Door de veren lastig te bepalen.
  • kijk naar het borstbeen:
            - kan je het vastpakken; te mager
                (kijk wel naar de vogelsoort)
             - borstbeen valt in de borst; te dik
  •  de vogel wegen

Slide 4 - Diapositive

Hanteren en fixeren
Voornamelijk fixeren:
  --> Zorg ervoor dat de borstbeen en buik vrij blijven;
                    vanwege ademhaling en anders de temperatuur te hoog oploopt

Slide 5 - Diapositive

Huisvesting
Verschilt per soort:
  • Afmetingen
      let op grootte vogel, maar ook lengte staart en spanwijdte vleugels
  • Materiaalkeuze
      hoe stevig, grootte gaas, grootte panelen
      (hou rekening met de kleinste vogels in de volière, denk dus ook aan de jongen!)

Houten frame plaatsen op een stenen/betonnen ondergrond.

Scherpe kantjes wegvijlen of afdekken, ruw hout schuren



Slide 6 - Diapositive

Gaas volière
  • Vierkant verzinkt
  • Vierkant gelast verzinkt
  • Vierkant geplastificeerd
  • Vierkant gelast geplastificeerd
  • Kippengaas zeskant

Slide 7 - Diapositive

Wat doen papegaaien met wilgentakken?
A
zwaardvechten
B
schillen
C
gebruiken om te schuilen
D
opeten

Slide 8 - Quiz

Beplanting
  • Mooi om te zien
  • Fijne schuilplaats
  • Schaduwrijke rustplaats

Kijk naar de vogelsoort voor het soort beplanting.
      Let ook op welke planten giftig zijn!

Let op dat vogels nog wel kunnen vliegen.

Parkieten en papegaaien alleen takken (vernielzuchtig):
 wilgentakken: kunnen ze schillen en als nestmateriaal gebruiken




Slide 9 - Diapositive

Waar moet je opletten
bij zitstokken?

Slide 10 - Carte mentale

Zitstokken
Met beplanting verschillende dikte stokken:
     --> voetspieren gebruiken (minder kans op voetzweren)

Nachthokken en hokken zonder beplanting:     zorgen voor juiste dikte zitstokken
  --> diameter dusdanig dat de uiteinden van de tenen tot net iets voorbij de middellijn komen.

Als de zitstok niet goed is:
  • Veroorzaken te lange nagels of kramp in de poten
  • Stokken boven drink- of voerbakken
  • Stokken recht boven elkaar



Slide 11 - Diapositive

Wat voor bodembedekking
kan je gebruiken voor vogels?

Slide 12 - Carte mentale

Bodemmateriaal
Meestal zand:
 - nadeel: neemt slecht vocht op
 - voordeel: vogels vinden het prettig

Andere keuzes:
  • Schelpenzand (bevat grit en kiezel; vertering voedsel)
  • Zilverzand (goedkoper, zelf grit en kiezel toevoegen)
  • Rivierzand (niet duur, bevat wel kiezel)
  • Kattenbakkorrels, houtkrullen, gehakseld stro en hennepstro (neemt goed vocht op, wel stoffig)


Slide 13 - Diapositive

Nestmogelijkheden
Zorg voor voldoende nestgelegenheid

Nestmateriaal;
Hooi, kokosvezel, silastouw, dierenhaar en kleine takjes

Slide 14 - Diapositive

Wat is belangrijk bij
een buitenvolière?

Slide 15 - Carte mentale

Buitenvolière
  • Vlucht: niet alleen hoog, maar ook lang zodat vogels kunnen vliegen
  • Sluis: ontsnappen voorkomen door dubbele deur
  • Nachtverblijf:
      - ‘s nachts vogels binnen
      - vogels overnachten graag hoog
       - tochtvrij
       - vrij van ongedierte
       - gemakkelijk te reinigen


Slide 16 - Diapositive

Sierkooi
Vogel in kooi in huiskamer: half uur per dag door de huiskamer laten vliegen! 
   (eerste paar keer gordijnen dicht)

  • Over het algemeen 1 vogel
  • Passend bij vogelsoort
  • Voldoende vliegmogelijkheid
  • Tochtvrij plaatsen
  • Parkieten en papegaaien willen alle gezinsactiviteiten mee kunnen maken
  • Parkieten hebben horizontale spijlen nodig om te kunnen klimmen, kanaries niet


Slide 17 - Diapositive

Kamervolière en broedkooi
Kamervolière
  • Grotere kooi voor meerdere vogels binnen in huis
  • Kan rommel veroorzaken

Broedkooi
  • Bedoeld voor kweken van vogels
  • Juiste maat voor een koppel van bepaalde soort
  • Ruimte voor juiste nestgelegenheid 

Slide 18 - Diapositive

Vitrinekooi
  • Voorzijde van glas en zijkanten dicht
  • Geeft weinig rommel
  • Geschikt voor schuwere vogels, geeft meer rust
  • Zorg wel voor voldoende ventilatie
  • Zet hem uit de zon

Slide 19 - Diapositive

Spijsvertering
Zaadje (voer):
  • Komt via slokdarm in de krop;
      wordt geweekt
  • Naar de kliermaag;
      extra verteringssappen
  • Zaadje + sappen naar spiermaag;
      malen met scherpe maagkiezels en door sterke         samentrekkingen maagwand  (kiezeltjes soms vervangen wegens slijtage)
  • Naar de dunne darm
      bestaat uit twaalfvingerige darm, jejunum en alvleesklier
  • Naar de (korte) dikke darm
  • Cloaca

Slide 20 - Diapositive

Hoe kunnen de kiezeltjes in de spiermaag vervangen worden?

Slide 21 - Question ouverte

Rantsoenindeling
Carnivoren
 - vleeseters (sperwer/uil/arend)
 - insecteneters (specht / vliegenvanger)
 - kadavers (gier)

Herbivoren
 - zaadeters (vinken, mezen)
 - fruiteters (beo, toekan)
 - planteneters (ganzen, eenden)
 - nectareters (kolibrie)

Omnivoren (kippen, kraaien, eksters)



Slide 22 - Diapositive

Juiste voeding
  • Juiste verhouding voedingsstoffen
  • De juiste acceptatiegraad (vogel moet kunnen en willen eten)
  • Variëren met de periode waarin de vogel zich bevindt. bijv.;
 - broedperiode
     voer rijker zijn aan eiwitten --> extra insectenvoer of eivoer
 - kweekperiode
     extra calcium toevoegen
 - bepaalde rassen zaadeters die hun jongen alleen levend voer of dierlijke eiwitten voeren 
   (dan al introduceren, wegens herkenning)

Slide 23 - Diapositive

Wat is sepia?
A
het rugschild van een soort inktvis
B
een schelp
C
een krijtplaat
D
een knaagsteen

Slide 24 - Quiz

Soorten voeding

  • Zaden
 bijv. gekiemd zaad (rijk aan essentiële vetzuren, licht verteerbare koolhydraten en vitaminen)

  • Krachtvoer
 kant en klaar:
 - eivoer
 - universeelvoer (voor vruchten- en insectenetende vogels)
  geplette en gemalen bessen en zaden, gedroogde garnalen en insecten


  • Groenten en fruit
 appel, peer, druif, banaan, kiwi, sinaasappel, 
mandarijn, dadel, vijg, rozijnen, abrikozen (vers of 
gedroogd), wortel, tomaat, maïs(kolf), ananas, gewelde krenten en rozijnen, wortel, peterselie, papaja en broccoli. avocado = giftig!

  • Levend voer
 bevat veel eiwitten, maar ook koolhydraten, vitaminen, mineralen.
 bijv. meelwormen, buffalowormen, wasmotlarven of fruitvliegjes

  • Sepia
 = het rugschild van de zeekat (soort inktvis)
 bevatten veel mineralen + snavel slijten 


Slide 25 - Diapositive

eivoer
universeel voer
zaden

Slide 26 - Question de remorquage

Noem levend voer
voor volièrevogels.

Slide 27 - Carte mentale

Welke vogelsoorten krijgen universeelvoer?
A
vlees- en kadaver-etende vogels
B
vruchten- en insectenetende vogels
C
omnivoren
D
nectar- en planteneters

Slide 28 - Quiz

Voeding
Bepalen juiste rantsoen de volgende vragen stellen:
  • Wat voor soort eter is de vogel? (zaadeter, vleeseter, nectareter enz.)
  • In welke periode zit de vogel? (opgroeien, ruien, voortplanting enz.)
  • Wat eet de vogel in zijn natuurlijke omgeving?
  • Heeft de vogel bepaalde voedingsstoffen essentieel nodig?
  • Hoe voeren we de vogel in gezelschap?

Slide 29 - Diapositive

Benoem verschillende
huisvestingvormen voor
vogels.

Slide 30 - Question ouverte

Aan de slag!
Hoofdstukvragen:
H 2 Vogels

Leeractiviteiten:
3.1 Volièrevogels herkennen 
3.2 Advies geven
3.3 Onderdelen volièrevogels
3.4 Zaadmengsels herkennen en benoemen (op school!)
3.5 Huisvesting en broedzorg (op school!)

joinmyquiz.com 
vogels: 0061 8457






Slide 31 - Diapositive