Les 5
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is ergonomie?
A
Een school vak
B
Een toilet schoonmaken
C
Goede lichaams houding
D
Een nieuw kleding merk
Slide 5 - Quiz
Bij het wassen van een doekje mag je geen ................. gebruiken
A
Wasmiddel
B
Wasverzachter
C
Vlekkenmiddel
D
Drogerdoekjes
Slide 6 - Quiz
Deze doekjes gebruik bij het sanitair
A
Rood
B
Groen
C
Baluw
D
Geel
Slide 7 - Quiz
Het 'vieze' doekje is?
A
Geel
B
Groen
Slide 8 - Quiz
Wat is GEEN schoonmaakregel
A
kijken, denken, doen
B
van schoon naar vuil
C
van hoog naar laag
D
rechts heeft voorrang
Slide 9 - Quiz
Een stofzuiger snoer controleer je op.....
A
Vuil
B
of die het nog doet
C
Knikken of kapot
D
hoeveel meter die is
Slide 10 - Quiz
Wat is de goede naam voor het schoonmaken van een kantoor
A
Sanitair
B
Interieur
C
Moppen
D
Stofwissen
Slide 11 - Quiz
De goede volgorde voor het schoonmaken van een vloer is.....
A
Moppen en dan stofwissen
B
Stofwissen en dan moppen
Slide 12 - Quiz
Wat hoort er allemaal op de werkkar voor het sanitair?
Slide 13 - Question ouverte
Waarom moeten er deksels op de emmers
A
Anders valt het water eruit
B
Staat netjes
C
Anders worden de doeken nat
D
Drogen de doeken niet uit
Slide 14 - Quiz
Waar is een witte handpad voor?
A
Om de reamen te zemen
B
Verwijderen kalk
C
Om de vloer mee te stofwissen
D
om de spiegel schoon te maken
Slide 15 - Quiz
Hoe maak je een spiegel schoon?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe heet de houding hoe je bukt?
A
Spreidstand
B
Bukken
C
Op 1 knie
D
Hurken
Slide 17 - Quiz
Wat is een urinior?
A
Een soldaten uniform
B
Een kantoor
C
Een wc borstel
D
Mannen staan WC
Slide 18 - Quiz
Wat is een dosering?
A
Een maatbeker
B
Een diamanten ring
C
Een hoeveelheid
D
Een sieraden doosje
Slide 19 - Quiz
Wat doe je met een gele doek
A
Vieze vlekken op de grond of tafels
B
De stoffer en blik schoonmaken
C
De wc pot schoonmaken
