2nxt - Par. 1.2 - Waarom koop je dat?

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

HOOFDSTUK 1

Paragraaf 1.2
Waarom koop je dat

Lesdoel

Na deze les :

• weet je wat een budget is
  
• weet je hoe je beïnvloed kan worden
• weet je welke soorten reclame er zijn
• weet je hoe je met procenten een getal kan berekenen
  

Budget?

Wie is er op dit moment voor iets aan het sparen???

Sociale beïnvloeding

Commerciële beïnvloeding

Doel: gedrag van mensen veranderen

Doel: producten verkopen en nieuwe klanten lokken

Ideële reclame

Commerciële reclame

Procenten

% = procent = percentage

procent = een deel van 100

alles = 100%

de hele taart = 100%

een stuk taart = een deel van 100%

22% = 22ste deel van 100
             

Met procenten een getal berekenen

Je inkomen is €800 per maand. Daarvan moet je 22% betalen aan huur. Welk bedrag betaal je per maand aan huur?

€ 800 : 100 = € 8 x 22 = € 176

Formule = bedrag : 100 x percentage

%	100	1	22
Getal	€ 800	€ 8	€ 176

: 100

x 22

Met procenten een getal berekenen

Je verdient € 1600,- en je moet van dat bedrag 23% aan huur betalen.

Hoeveel euro moet je aan huur betalen?

 

Hoe goed hebben we opgelet? 

Sleep de reclames naar het juiste begrip

Commerciële reclame

Ideële reclame

Commerciële reclame

Ideële reclame

Sociale beïnvloeding 

Commerciële beïnvloeding 

Wat mensen kopen is afhankelijk van

1. Je budget, leeftijd, geslacht
2. budget
3. Leeftijd
4. geslacht

Bij welk merk hoort deze slogan?

1. Nike
2. Adidas
3. Reebok
4. Puma

Commercieel betekent dat bedrijven er geld aan willen verdienen.

1. Juist
2. Onjuist

Henk heeft net nieuwe Fortnite moves gekocht. Hij is zo enthousiast dat hij tegen jou zegt die moet je ook kopen.

1. Sociale beïnvloeding
2. Commerciële beïnvloeding

Een fiets kost € 350,-. Je krijgt 15% korting. Hoeveel euro korting krijg je?

1. 0,15
2. 33
3. 52,50
4. 402,50

Zetten de stappen in de juiste volgorde

Maak van de vraag een som, bepaal wat het bedrag is

Vermenigvuldig  met het percentage

Deel het aantal door 100

Aan de slag

• Wat:      Maak de samenvattende vragen van par. 1.2                                       (vraag 13 t/m 19) in je schrift
• Hoe:       Alleen en in stilte
  
• Nodig:   Stencil, schrift, boek, pen, rekenmachine
  
• Klaar?    Laat het aan mij weten en ga verder in je boek                                   (instructie op volgende slide)
• Tijd:        5-10 min.

Aan de slag

• Wat:      Maak vraag 16 t/m 27 op blz. 12 t/m 15 van je boek
• Hoe:      Op fluistertoon overleggen
  
• Nodig:  Boek, schrift, pen, rekenmachine
  
• Klaar?   Laat het aan mij weten
  
• Tijd:       -

Aan de slag

Keuzeopdrachten:

• Moeilijk -> maak uit je boek van par 1.2 de vragen 19, 20, 21,        22,  24, 25 en 26  (blz. 12-15) + maak opdr. 7 en 8 op blz. 34
• Makkelijk -> maak uit je boek  blz. 30 vraag 9 t/m 16 + maak opdr. 7 en 8 op blz. 34

Samenvatting

• weet je wat een budget is
• weet je hoe je beïnvloed kan worden
• weet je welke soorten reclame er zijn
• weet je hoe je met procenten een getal kan berekenen

Huiswerk

• Lezen theorie paragraaf 1.2 = blz. 12 t/m 15
• Maken vragen paragraaf 1.2 = 16 t/m 27
• Maken samenvattende vragen (stencil) paragraaf 1.2 = 13 t/m 19