1. Klimaat

Lesprogramma
Paragraaf 3.1 Klimaat 
- Quiz: klimaat in Chili
- Kort uitleg
- Zelf aan het werk 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lesprogramma
Paragraaf 3.1 Klimaat 
- Quiz: klimaat in Chili
- Kort uitleg
- Zelf aan het werk 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is deze foto gemaakt in Chili?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke conclusie trek je na deze vragen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Noem redenen waarom de temperatuur op plekken op aarde verschilt

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de aardbol liggen zones die te maken hebben met de temperatuur. Die temperatuurzones op aarde noem je de luchtstreken.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Temperatuurfactoren

Slide 12 - Diapositive

Leerlingen noteren:
Breedteligging
Hoogteligging
Ligging ten opzichte van de zee
Aanvoer van koude of warmte van elders door wind of zeestromen
Ligging van gebergten: wel of geen beschutte ligging
Neerslagfactoren

Slide 13 - Diapositive

Luchtdrukgebieden
Ligging aan zee of verder landinwaarts
Ligging van gebergten
Droogte in Chili
Droogte in Chili
Atacama woestijn de droogste plek op aarde

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neerslagbepalende factoren
- luchtdruk

- reliëf

- aanlandige/aflandige wind
l

Slide 15 - Diapositive

hoog drukgebied = dalende lucht = droog
Laag drukgebied = stijgende lucht = neerslag 

Loefzijde = lucht stijgt = neerslag
lijzijde = lucht daalt = droog

aanlandige wind = neerslag boven land
aflandige wind = neerslag boven zee
Stijgingsregen

Slide 16 - Diapositive

Bij de evenaar is het altijd warm. Door de warmte stijgt de lucht op. Je weet uit B57 dat stijgende lucht afkoelt en minder waterdamp kan bevatten. Er ontstaan wolken en het gaat regenen. De regens in het gebied rond de evenaar noem je stijgingsregens 
Stuwingsregen

Slide 17 - Diapositive

Als wind onderweg op een gebergte stuit, kan de lucht maar één kant op: omhoog. Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte, noem je stuwingsregen
Droogte

Slide 18 - Diapositive

 Droogte heeft vaak te maken met dalende lucht. Lucht die daalt, warmt op. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude. De bewolking lost op, de zon gaat schijnen en het is droog.
Frontale neerslag

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoutmeer San pedro atacama

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk opdracht
Paragraaf 3.1
- Werkboek pagina opdracht 1 t/m 4 maken
-Lesboek lezen par 1



Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slotvraag: Welke factoren bepalen in Chili het klimaat?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions