Lista 1: Familia y mi vida diaria
1 / 17
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertaal:
Fecha de nacimiento
Fecha de nacimiento
A
adres
B
woonplaats
C
geboortedatum
D
e-mail
Slide 2 - Quiz
welke datum is correct?
A
el diez de diciembre
B
el 10 de diciembre
C
el 10 diciembre
D
diez diciembre
Slide 3 - Quiz
¿Cuál es tu fecha de nacimiento?
Slide 4 - Question ouverte
¿Cuántos hermanos tienes?
vertaal: Ik heb een broer
vertaal: Ik heb een broer
Slide 5 - Question ouverte
¿Vives en un pueblo o una ciudad?
vertaal: Ik woon in een grote stad
vertaal: Ik woon in een grote stad
Slide 6 - Question ouverte
¿Hay cosas interesantes?
vertaal: Ja, er zijn veel winkels en een museum
vertaal: Ja, er zijn veel winkels en een museum
Slide 7 - Question ouverte
¿Te gusta trabajar?
vertaal: Ja, ik vind het leuk om te werken
vertaal: Ja, ik vind het leuk om te werken
Slide 8 - Question ouverte
Wat betekent:
trabajo los lunes
trabajo los lunes
A
ik werk op maandag
B
ik werk elke maandag
Slide 9 - Quiz
Benoem de dagen van de week in het Spaans
Slide 10 - Question ouverte
¿Qué días trabajas?
vertaal: Ik werk elke vrijdag en zaterdag
vertaal: Ik werk elke vrijdag en zaterdag
Slide 11 - Question ouverte
vertaal: weekend
Slide 12 - Question ouverte
¿Qué quieres hacer en el futuro?
Slide 13 - Question ouverte
Wat betekent:
asignatura
asignatura
Slide 14 - Question ouverte
¿Cuál es tu asignatura favorita?
vertaal: Mijn lievelingsvak is Spaans.
vertaal: Mijn lievelingsvak is Spaans.
Slide 15 - Question ouverte
¿Qué te gusta hacer en las vacaciones?
Slide 16 - Question ouverte
¿Te gustaría vivir en otro país?
