Oefentoetsje groep 8

Een andere naam voor deze periode is de prehistorie.
Wat past bij de prehistorie?
A
Tijd waarin mensen het schrift gebruiken
B
Geschreven bronnen
C
Ongeschreven bronnen
D
Tijd waarin mensen geen schrift hebben
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een andere naam voor deze periode is de prehistorie.
Wat past bij de prehistorie?
A
Tijd waarin mensen het schrift gebruiken
B
Geschreven bronnen
C
Ongeschreven bronnen
D
Tijd waarin mensen geen schrift hebben

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat betekent ridder?
A
schildknaap
B
knecht
C
soldaat te paard

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor stierven veel indianen?
A
Geweld en honger
B
Europese ziektes
C
Geweld en ze werden verdreven
D
Hele koude winter

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hunebed?
timer
0:20
A
Een grafkamer.
B
Een huiskamer.
C
Een prehistorische schuur.
D
Een speelplek.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft de stoommachine uitgevonden?
A
James Watt
B
Thomas Edison
C
Henri Ford
D
Thomas Newcomen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom maakten Egyptenaren mummies van overleden mensen?
A
Alleen een goed bewaard lichaam kon verder leven in het dodenrijk.
B
Rijke mensen konden zo laten zien hoe rijk ze waren.
C
Dat stond erg mooi in de piramide en in het dodenrijk.
D
Ze haalden de ingewanden uit een lichaam.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Renaissance of Middeleeuwen?
Dit schilderij is of renaissance of middeleeuwen
9.
A
Renaissance
B
Middeleeuwen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom werd Julius Ceasar vermoord?
A
Hij was een christen
B
Hij was homo
C
De senatoren wilde hun macht terug hebben
D
Hij had een relatie met de vrouw van een andere senator.

Slide 8 - Quiz

Julius teaser was overwinnaar van een burgeroorlog. Hij had zichzelf uitgeroepen als consul. Zodat hij alle macht had.

Waarom. wilden de Romeinen niet dat alle macht bij een man lag.
De paus is...
A
Een geestelijk leider van de joden
B
Een monnik
C
De geestelijk leider van de christenen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is de Willem van Oranje?
A
B
C

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de holocaust?
A
De holocaust is de trein vanaf Westerbork
B
De holocaust is een concentratiekamp
C
De moord op zes miljoen Joden
D
De holocaust is een reddingsactie tijdens de tweede wereldoorlog

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de pest
B
Een bijnaam van de tyfus
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep
D
Een bijnaam van Covid-19

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Karel de Grote was een....
A
Romein
B
Boer
C
Keizer
D
priester

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeus
A
Mythe
B
Historisch feit (echt gebeurd)
C
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom noemde ze de Middeleeuwen ook wel de Donkere Middeleeuwen?
A
Er was nog geen elektriciteit dus het was donker
B
De monniken droegen donkere kleren
C
De mensen waren vies door het haardvuur en de toortsen
D
Er was veel kennis vergeten en het was een angstige tijd om in te leven

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeus
A
God van de liefde
B
Boodschapper
C
Oppergod
D
God van landbouw

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot wat riep Julius Ceasar zichzelf uit?
A
Koning
B
Keizer
C
Dictator

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Adolf Hitler is een....
A
communist
B
fascist
C
nationaal-socialist
D
nationaal-democraat

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor een soort samenleving wordt hier afgebeeld?
A
Een standensamenleving
B
Een pyramidesamenleving
C
Een keizerlijke samenleving
D
Een klassensamenleving

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Industriële Revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de achternaam van Napoleon?
A
De Leeuw
B
Zeus
C
Van Oranje
D
Bonaparte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions