M10 1F decimale getallen les 2 24/25

• Rekenen
• ISK

decimale getallen les 2

Herhaling: afronden

afronden op tiental: kijk naar de eenheden (E)

afronden op hondertal: kijk naar de tientallen (T) 

afronden op duizendtal: kijk naar de honderdtallen (H)

D H T E 

3 6 7 3 

Herhaling: afronden

cijfers 0 1 2 3 4: naar beneden afronden. Er gebeurt niets met het cijfer dat je laat staan. 

Bijvoorbeeld: 21 afronden op tientallen. 

21 wordt 20. 

Herhaling: afronden

cijfer 5 6 7 8 9: naar boven afronden. Het cijfer dat je laat staan wordt 1 meer. 

Rond 982.466 af op tientallen.

1. 470
2. 460
3. 982.470
4. 982.460

Rond 82.942.675 af op tientallen.

1. 82.942.600
2. 82.942.680
3. 82.942.670
4. 82.942.700

Wat is een decimaal getal?

• een getal met een komma ( , ) erin (niet een punt . !) 
• er staan cijfers voor en na de komma
• de cijfers na de komma heten decimalen
• 0,8 en 3,6 hebben één cijfer achter de komma
• 2,12 en 235,96 hebben twee cijfers achter de komma

Hoeveel decimalen heeft dit getal:
4,16

1. 1
2. 2
3. 3
4. 0

Hoeveel decimalen heeft dit getal:
2,2

1. 1
2. 2
3. 3
4. 0

Hoeveel decimalen heeft dit getal:
52398,756

1. 5
2. 8
3. 3
4. 0

Hoeveel decimalen heeft dit getal:
6,09

1. 1
2. 2
3. 3
4. 0

Klaar met LessonUp! 

Verder met je werkboek

• Je werkt verder in je werkboek
• je mag zachtjes met je buurman overleggen
• je mag vragen aan mevrouw
• je hebt nog drie lessen om je boek af te krijgen
• je mag niet YouTube kijken