H14.1 Nieuwe Materialen 6V 2425 Metalen -HAY

H14 Nieuwe Materialen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H14 Nieuwe Materialen

Slide 1 - Diapositive

Inhoud H14
  • H14.1 Metalen
  • H14.2 Slimme polymeren
  • H14.3 Keramische materialen
  • H14.4 Nanotechnologie

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel H14.1


  • Je leert  een verband leggen tussen contexten en concepten in relatie met metalen
  • Eigenschapen van metalen op micro- en mesoniveau verklaren
  • De invloed van roosterfouten op de eigenschappen van metalen

Slide 3 - Diapositive

Materialen
  • Een natuurlijke of kunstmatige stof of mengsel van stoffen dat voldoet aan bepaalde eisen om te worden toegepast in gebouwen of gebruiksvoorwerpen.

  • Voorbeelden: metalen, keramiek, macromoleculaire materialen, composieten.

Slide 4 - Diapositive

Herhaling:
Indeling stoffen
  • Metalen: uitsluitend metaal atomen
  • Zouten: combi metaal en niet-metaal ionen
  • Moleculaire stoffen: uitsluitend niet-metaal atomen


Slide 5 - Diapositive

Zouten
  • Hoog smeltpunt
  • Bros materiaal
  • Geleider in gesmolten en opgeloste toestand

  • Ionen in ionrooster d.m.v. ionbinding.

Slide 6 - Diapositive

Moleculaire stoffen
  • Zeer diverse eigenschappen
  • Meestal slechte geleiders
  • Hydrofiel en hydrofoob
  • Zeer wisselende smelt- en kookpunten

  • Bindingstypen: vanderwaalsbinding, atoombinding, waterstofbrug, dipool-dipool binding.

Slide 7 - Diapositive

Metalen
Niet-metalen
Zet de elementen in de juiste groep.
timer
1:00
Lood
Pb
Zilver
Ag
Broom
Br
Fluor
F
Stikstof
N
Koper
Cu
Magnesium
Mg
Jood
I
Zuurstof
O
Waterstof
H
Chloor
Cl
Kalium
K

Slide 8 - Question de remorquage

timer
0:30
Welke EIGENSCHAPPEN van metalen ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Metalen
Eigenschappen: Macroniveau
  • Hoog smeltpunt
  • Sterk materiaal
  • Buigzaam
  • Goede geleider van stroom en warmte

Slide 10 - Diapositive

Geef de definitie van een metaalbinding
A
Aantrekking tussen de kern en alle elektronen
B
Aantrekking tussen het metaal ion en een elektron
C
Aantrekking tussen positief geladen metaalrestionen en negatief geladen vrije elektronen
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 11 - Quiz

Hoe verklaar je de elektrische geleiding van metalen op
micro-niveau?
A
De positieve kernen kunnen bewegen.
B
De vrije elektronen bewegen door het metaal.
C
Stroom gaat tussen de atomen door het rooster.
D
Ionen geven elektronen af aan het volgende ion.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Metaalrooster
  • Positieve ionen netjes gerangschikt.
  • Vrije elektronen bewegen  
  • Aantrekking tussen ionen en vrije elektronen = metaalbinding.

Slide 14 - Diapositive

In de wand van een fusiereactor wordt wolfraam en tin gebruikt. Wat kun je zeggen over de kook- en smeltpunten van deze metalen, als je bedenkt dat vloeibaar tin de wolframen wand kan herstellen bij afkoelen?
A
het kookpunt van wolfraam is hoger dan het kookpunt van tin
B
het kookpunt van wolfraam is hoger dan het smeltpunt van tin
C
het smeltpunt van wolfraam is hoger dan het kookpunt van tin
D
het smeltpunt van wolfraam is lager dan het kookpunt van tin

Slide 15 - Quiz

Hoe edeler een metaal,
des te reactiever het metaal is.

A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Niet alle reductoren zijn even sterk.
In welke volgorde neemt de reductorsterkte af?
A
Cu > Zn > Mg
B
Mg > Zn > Cu
C
Zn > Mg > Cu
D
Cu > Mg > Zn

Slide 17 - Quiz

Edelheid van metalen
  • De edelheid van metalen heeft alles te maken met de reactiviteit.  
  • De standaard elektrodepotentialen geven informatie over de edelheid van  metalen (Binas-tabel 48).

Slide 18 - Diapositive

Chroom en aluminium zijn onedeler dan ijzer, toch hoeven ze niet extra beschermd te worden, waarom?
A
Chroom en aluminium vormen een oxide laagje en ijzer niet
B
In ijzer zit altijd een beetje koolstof in chroom en aluminium niet
C
IJzer vormt een poreuse oxide laag en chroom en aluminium niet
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 19 - Quiz

Beschermen van metalen
- afdekken met verflaag
- afdekken met een laagje van een ander metaal dat een beschermend laagje kan vormen (Al, Zn en Cr)
- poedercoaten

Slide 20 - Diapositive

Wat voor soort rooster is hiernaast afgebeeld?
A
ion rooster
B
metaalrooster
C
molecuulrooster

Slide 21 - Quiz

timer
0:30
Welke TOEPASSINGEN van metalen ken je?

Slide 22 - Carte mentale

Wat is een legering?
timer
0:30

Slide 24 - Question ouverte

Legering
  • Gestold mengsel van metalen


Slide 25 - Diapositive

Legeringen
  • Om bepaalde eigenschappen van het metaal te veranderen voegen we een ander metaal toe, 
  •  Metaalrooster vervormd (kleiner of groter atoom ingebouwd)
  • Roosterfouten inbouwen  (MESO)
  • Het verschuiven van de lagen in metaalkristallen moeilijker
  • Verklaring voor het ‘harder’ zijn van legering

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk
Lees H14.1
Maak H14.1 som 6 en 11 blz 228

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Wat moet je doen om roosterfouten in metalen te verminderen
A
Afkoelen
B
Walsen
C
Smeden
D
Voorzichtig verhitten

Slide 29 - Quiz

Een gietijzeren rooster voor de open haard is een legering van 94 massa% ijzer, 2,5 massa% silicium en 3,5 massa% koolstof. Het rooster heeft een massa van 3,0 kg. Hoeveel gram silicium bevat het rooster?
... gram
timer
1:00

Slide 30 - Question ouverte

Waarom worden metalen harder door vervormen?
  •  Het buigen van een zuiver metaal gaat gemakkelijk zolang de beweging door verschuivin­gen in de metaalkristallen wordt doorgegeven. 
  • Op het grensvlak van de metaalkristallen is het rooster echter niet perfect geordend en kunnen de verschuivingen niet goed worden doorgegeven. 

Slide 31 - Diapositive

Waarom worden metalen harder door vervormen? vervolg
  • Als je een metaal walst of smeedt met een hamer, 
  • ontstaan er steeds meer kleinere kristallen 
  • en steeds meer grensvlakken.
  • Daarnaast wordt door deze bewerkingen ook in de kristallen zelf het metaalrooster verstoord.
  • Er ontstaan roosterfouten in het kristal

Slide 32 - Diapositive

Waarom worden metalen harder door vervormen? vervolg 2
  • Door de toename van het aantal grensvlakken en roosterfouten
  • kunnen de lagen metaalionen steeds minder goed langs elkaar schuiven en 
  • wordt het metaal harder en moeilijker te buigen. 

Slide 33 - Diapositive

Hoe kan je dit weer veranderen
  •  Door het metaal vervolgens voorzichtig te verhitten
  •  smelt een deel van de kleine kristallen weer samen tot grote kristallen met minder roosterfouten.
  • Het metaal heeft weer minder grensvlakken en wordt daardoor minder hard

Slide 34 - Diapositive

Voorbeelden van legeringen
Voorbeelden:
Brons: mengsel van koper en tin
Messing: mengsel van koper en zink
Staal: ijzer, koolstof, chroom, kobalt, silicium en mangaan
Roestvast staal: staalsoort met veel chroom (voorkomt

Slide 35 - Diapositive

Legering?
A
B
C
D

Slide 36 - Quiz

Waarom maken roosterfouten een metaal meestal harder?
A
De metaalbinding is dan sterker.
B
Atoomlagen bewegen slechter over elkaar.
C
Dan zijn de elektronen niet meer vrij.

Slide 37 - Quiz

hiernaast een modeltekening van een zelfherstellende aluminium-koper legering. Bij verwarming kunnen de koper-atomen (rood) door het materiaal bewegen.
Wat gebeurt er?

A
herstel doordat bewegende Cu atomen alle andere atomen weer in elkaar duwt
B
herstel doordat Cu en Al meer bewegingsenergie hebben en zo het gat vullen
C
herstel doordat bewegende Cu atomen het gat vullen

Slide 38 - Quiz

hitte
Doordat koperatomen door de aluminium atomen heen kunnen bewegen bij verwarming, kunnen de koper-atomen naar de 'open plekken'.
Zo worden de gaatjes en dus de zwakke plekken gevuld.

Slide 39 - Diapositive

Smart materials
Een "smart material" is een stof waarvan je een of meer eigenschappen kunt veranderen onder invloeden van buitenaf. 

Voorbeeld is het materiaal: Nitinol 

Slide 40 - Diapositive

Nitinol

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Vidéo