3.1 Water in beweging

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H3 Water

Wat gaan we doen vandaag? 

• Starten nieuw hoofdstuk
• Uitleg paragraaf 3.1 deel 1
• Opdrachten maken 

Water onderwerpen

Watersnoodramp 1953 - Zeeland

§4.4 Soms te veel water

3.1 Water in beweging

Leerdoelen

• Je weet hoe de korte- en de lange waterkringloop werkt en in welke vormen water is opgeslagen
• Je begrijpt waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens
• Je kunt (te) droge en (te) natte gebieden onderscheiden op een kaart. 

Hoeveel % van het water op de wereld is zoet?

1. 2,5%
2. 5%
3. 7,9%
4. 10,4%

Zoet water op de wereld

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk voor de mens?

1. 1%
2. 7%
3. 9%
4. 11%

Zoet water verdeelt over de wereld.

Toegankelijk zoet water.

Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?

1. 40% water, 60% land
2. 50% water, 50% land
3. 60% water, 40% land
4. 70% water, 30% land

Waterkringloop

Het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag (korte), rivieren en grondwater (lange), weer in terugstroomt naar zee.

Korte waterkringloop

Komt het verdampte zeewater weer direct als neerslag in diezelfde zee terecht.

Lange waterkringloop

Komt regen of sneeuw op het vasteland terecht en duurt het langer voordat het in de zee komt.

Soms wel miljoenen jaren als regen een ijskap wordt.

Gas

Vast

Vloeistof

Wat gaan we doen?

• Maken opdrachten  1,2,3 

§4.4 Soms te veel water

3.1 Water in beweging

Wat gaan we doen? 

• Herhaling
• Uitleg deel 2 van 3.1 
• Opdracht 

Leerdoelen

• Je weet hoe de korte- en de lange waterkringloop werkt en in welke vormen water is opgeslagen
• Je begrijpt waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens
• Je kunt (te) droge en (te) natte gebieden onderscheiden op een kaart. 

https:

In de waterkringloop is water:

1. vast (sneeuw en ijs)

2. vloeistof (regen)

3. gas (waterdamp)

Het meeste water op aarde is …………............ Voor drinkwater zijn wij aangewezen op ……………  

Vloeibaar zoet water kun je indelen in:  

1............................

2............................

Zoet water komt ook voor in vaste vorm. Water zit dan opgeslagen in:

1...............................

2...............................  

zoet water

zout water

grondwater

oppervlaktewater

gletsjer

landijs

Oppervlaktewater

Water wat je kunt zien zoals meren, rivieren en zeeën.

Grondwater

Water dat niet meer zichtbaar is omdat het in de bodem en gesteente getrokken is.

Soms te veel water

Vaak ook te weinig

Teveel zoet water (verspilling)

1. Veel neerslag valt in de winter als het te koud is om aan akkerbouw te doen (einde groeiseizoen).

 2. Veel neerslag valt in dun bevolkte gebieden. 

 

 3. Veel neerslag valt slechts in een korte periode. 

Opdracht Klimaatjagers in India

Opdrachten maken van het opdrachtenblad

Klaar opdrachten van de lesstof verder maken van paragraaf 3.1

Leerdoelen

• Je weet hoe de korte- en de lange waterkringloop werkt en in welke vormen water is opgeslagen
• Je begrijpt waarom veel water ongeschikt of onbereikbaar is voor de mens
• Je kunt (te) droge en (te) natte gebieden onderscheiden op een kaart.