Der Genitiv (de 2e naamval)

Willkommen V4!
Heute:
1. Lernplan Periode 3
2. Erklärung Genitiv (2e naamval) + Hausaufgaben
3. Literatur S.225-226 "Der Verkäufer und der Elch" = Kurzgeschichte
4. Beurteilung mündliche Prüfung
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Willkommen V4!
Heute:
1. Lernplan Periode 3
2. Erklärung Genitiv (2e naamval) + Hausaufgaben
3. Literatur S.225-226 "Der Verkäufer und der Elch" = Kurzgeschichte
4. Beurteilung mündliche Prüfung

Slide 1 - Diapositive

Der Genitiv (tweede naamval) -> schrift + pen

Slide 2 - Diapositive

De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. Daarnaast kan het om een bezit gaan. In het Nederlands gebruiken we dan meestal van. Bijvoorbeeld:

de auto van mijn zus  -  das Auto meiner Schwester

Slide 3 - Diapositive

In het Nederlands?
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Leger des Heils
's avonds (=des avonds)
Anna's fiets
's Gravenhage
plek des onheils
de heer des huizes
de tand des tijds


Slide 4 - Diapositive

Der-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
des + (e)s        der                  des + (e)s         der
dieses + (e)s   dieser             dieses +(e)s    dieser

Ein-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
eines+(e)s      einer               eines                  keiner
meines+(e)s  meiner           meines+(e)s     meiner

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Vragend voornaamwoord
2e naamval: wessen?
Nl: wiens fiets, wier voornemen?

Slide 8 - Diapositive

2e naamval of von?
In spreektaal komt von wel regelmatig voor 
en
-bij namen van personen: die Eltern von Tim
-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg

Slide 9 - Diapositive

-s of -es?
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang -s, maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang -es gebruikt:

-achter woorden die eindigen op een s-klank : die Quelle des Flusses (der Fluss)
-soms moet je de -s aan het einde verdubbelen: die Tore des Gefängnisses (der Gefängnis)
-achter woorden met 1 lettergreep: der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes

Slide 10 - Diapositive

1. De mening van mijn zus =
Die Meinung _________ Schwester__
A
meiner Schwester
B
meines Schwesters

Slide 11 - Quiz

2. Der Turm jen___ Kirche____ (die)
A
jenes Kirches
B
jener Kirche
C
jener Kirches
D
jenes Kirche

Slide 12 - Quiz

3. Die Mutter dies____ Kind____
A
dieser Kindes
B
dieser Kind
C
dieses Kindes
D
dieses Kind

Slide 13 - Quiz

4. Der Erfolg sein_____ Arbeit____(die)
A
seiner Arbeit
B
seiner Arbeits
C
seines Arbeit
D
seines Arbeits

Slide 14 - Quiz

5. Die Freiheit all_____ Bürger___ (mv)
A
alles Bürgers
B
alles Bürger
C
aller Bürger
D
aller Bürgers

Slide 15 - Quiz

6. Das Haus unser____ Onkel___
A
unseres Onkels
B
unseres Onkel
C
unserer Onkels
D
unserer Onkel

Slide 16 - Quiz

7. der Erfolg .......... (haar) Arbeit ...

Slide 17 - Question ouverte

8. die Farben dies..... Kleid..

Slide 18 - Question ouverte

9. das Zentrum ............ (de) Stadt..

Slide 19 - Question ouverte

10. das Zimmer mein... Bruder....

Slide 20 - Question ouverte

Hausaufgaben
Teams > Periode 3 > Grammatik > Aufgaben Genitiv (6 t/m 9)
+- 15 Min.

Daarna gezamenlijk: Literatur S.225-226 Aufg.10+11

Slide 21 - Diapositive