Herhaling vraagwoorden en vraagzinnen + de ontkenning

Herhaling van klas 1:
Een vraag stellen en de ontkenning


  • Vraagwoorden & vraagzinnen
  • De ontkenning
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling van klas 1:
Een vraag stellen en de ontkenning


  • Vraagwoorden & vraagzinnen
  • De ontkenning

Slide 1 - Diapositive

Een vraag stellen en français
  1. Zet een vraagteken achter de zin:
    Ton chien s'appelle Chico.  > Ton chien s'appelle Chico?

  2. Gebruik een vraagwoord

Slide 2 - Diapositive

Vraagwoorden gebruiken
Voorbeelden:
Tu habites ?
Comment tu t'appelles?
Qui est ta soeur?
Qu'est-ce que vous avez mangé?
Ton anniversaire est quand?

Slide 3 - Diapositive

Vraagwoorden, neem ze even in je op....
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien = hoeveel
pourquoi = waarom
qui = wie
qu’est-ce que = wat

Slide 4 - Diapositive

Vertaal: hoeveel
A
combien
B
quand
C
pourquoi
D
comment

Slide 5 - Quiz

Vertaal: wanneer
A
quand
B
qu'est-ce que
C
qui
D

Slide 6 - Quiz

Vertaal: Waar is de Eiffeltoren?
A
Qui est la Tour Eiffel?
B
Quand est la Tour Eiffel?
C
Où est la Tour Eiffel?

Slide 7 - Quiz

Welke ontbreekt?
________ est ton anniversaire?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien

Slide 8 - Quiz

Welke ontbreekt?
Tu as __________ de matières?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien

Slide 9 - Quiz

Welke ontbreekt?
Le métro arrive ______ ?
A
qui
B
combien
C
quand
D
qu'est-ce que

Slide 10 - Quiz

Combien / Qui est la fille blonde là-bas?
A
Combien
B
Qui

Slide 11 - Quiz

Tu vas à Paris comment / où?
A
comment
B

Slide 12 - Quiz

Pourquoi / Qu'est-ce que vous allez en vélo au collège?
A
pourquoi
B
qu'est-ce que

Slide 13 - Quiz

Vous avez encore des questions?

Slide 14 - Question ouverte

Partie 2: de ontkenning

Slide 15 - Diapositive

De ontkenning in het Frans
Ik ben in Parijs.
Je suis à Paris.

Ik ben niet in Parijs.
Je ne suis pas à Paris.

Slide 16 - Diapositive

Wat is dus de plaats van de ontkenning in het Frans?

Slide 17 - Question ouverte

Soms verandert er iets..
Je cherche le prof.
Je ne cherche pas le prof.

J'aime le français.
Je n'aime pas le français.

Wat gebeurt er?

Slide 18 - Diapositive

Zet de ontkenning op de goede plek:
Je trouve mon livre.

Slide 19 - Question ouverte

Zet de ontkenning op de goede plek:
Maxime adore le foot.

Slide 20 - Question ouverte

Zet de ontkenning op de goede plek:
Nous habitons à Nice.

Slide 21 - Question ouverte

Zet de ontkenning op de goede plek:
Ils sont à Marseille.

Slide 22 - Question ouverte

Zet de ontkenning op de goede plek:
Je joue avec mon frère.

Slide 23 - Question ouverte

Ik weet weer hoe vraagzinnen, vraagwoorden en de ontkenning in elkaar zitten en ik kan ze toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage