Le passé composé 2M

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

LE PASSÉ COMPOSÉ 

herhalen

Welke tijd is de passé composé?

1. voltooid tegenwoordige tijd
2. voltooid verleden tijd
3. verleden tijd
4. tegenwoordige tijd

Welke zin staat in de voltooid tegenwoordige tijd?

1. ik loop
2. ik heb gelopen

Welke zin staat in de voltooide tijd?

1. ik heb gespeeld
2. ik speelde
3. ik zal spelen
4. ik speelde

Wat is een passé composé?

De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands de V.T.T.

Oftewel: onderwerp + vorm van hebben of zijn + voltooid deelwoord.

Bijvoorbeeld: ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan

In het Frans is de passé composé (V.T.T.): 

onderwerp + vorm van avoir + voltooid deelwoord

Wat is stap 1 voor het maken van de passé composé?

1. hulp ww avoir
2. voltooid deelwoord maken
3. hulp ww être
4. weet ik niet :(

Wat is stap 2 voor het maken van de passé composé?

1. hulp ww avoir
2. voltooid deelwoord maken
3. hulp ww être
4. weet ik niet :(

De passé composé

bestaat uit 2 delen:

1: Hulpwerkwoord avoir 

2: Voltooid deelwoord

Wat zijn de vormen van het werkwoord Avoir ???

Wat zijn de vormen van het werkwoord être ?

Wat is het voltooid deelwoord van het ww avoir?

1. haal -er eraf en plak er é aan vast
2. été
3. eu

Vertaal: zij hebben gehad

1. elle a eu
2. ils ont eu
3. elle a été
4. ils ont été

Wat is het voltooid deelwoord van het ww être?

1. haal -er eraf en plak er é aan vast
2. été
3. eu

Vertaal: ik ben geweest

1. je suis eu
2. j'ai eu
3. j'ai été
4. je suis été

Wat is het voltooid deelwoord van ww op -er

1. haal -er eraf en plak er é aan vast
2. été
3. eu

Vertaal: hij heeft gekeken

1. il a regardé
2. il est regarder
3. il est regardé
4. elle est regardée

Tu (écouter)

1. as écouté
2. a écouté
3. ont écouté
4. e écouté

Wij hebben gewoond

1. vous avez habité
2. nous sommes habité
3. nous avons habité
4. nous habitons

wij zijn geweest

1. Nous sommes été
2. Nous avons été
3. Vous êtes été
4. Vous avez été

jullie hebben gehad

1. Vous avez été
2. vous avons été
3. vous avez eu
4. vous avez avé