havo 2 voorzetsels bij landen

mardi le 26 septembre
- le mot du jour
- les pays en français
- prépositions
- tâche 1.6 - 1.7
- lire apprendre 6
lesdoel:
voorzetsels kunnen gebruiken!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

mardi le 26 septembre
- le mot du jour
- les pays en français
- prépositions
- tâche 1.6 - 1.7
- lire apprendre 6
lesdoel:
voorzetsels kunnen gebruiken!

Slide 1 - Diapositive

ga naar  www.lessonup.com

- word lid van de klas 2Ha met deze klascode > tjlox 
- heb je al een account > klik op inloggen
- heb je nog geen account > klik op registreren

Slide 2 - Diapositive

le mot du jour
les Pays-Bas
Marieke habite aux Pays-Bas.

Slide 3 - Diapositive

le mot du jour
Pays-Bas = Nederland
Pierre habite en France.
Marieke habite aux Pays-Bas.

Slide 4 - Diapositive

namen van landen
een land is mannelijk of vrouwelijk of meervoud:
le Danemark
la France
l'Angleterre (v)
les Pays-Bas


Slide 5 - Diapositive

kijk naar de laatste letter:
vrouwelijke landen eindigen op een -e   
                    
meervoudslanden eindigen op een -s

mannelijke landen = de rest

denk aan de klinkerbotsing: le/la => l'

Slide 6 - Diapositive

België
A
le Belgique
B
la Belgique
C
l'Belgique
D
les Belgique

Slide 7 - Quiz

Engeland
A
le Angleterre
B
la Angleterre
C
l'Angleterre
D
les Angleterre

Slide 8 - Quiz

de Verenigde Staten
A
le Etats-Unis
B
la Etats-Unis
C
l'Etats-Unis
D
les Etats-Unis

Slide 9 - Quiz

Brazilië
A
le Brésil
B
la Brésil
C
l'Brésil
D
les Brésil

Slide 10 - Quiz

Vul zelf het juiste lidwoord in
Kies steeds uit: le - la - l' - les
(kleine letters)

Slide 11 - Diapositive

_____ Europe

Slide 12 - Question ouverte

_____ Canada

Slide 13 - Question ouverte

_____ Antilles

Slide 14 - Question ouverte

in of naar een woonplaats 
  •               in of naar een stad/dorp >       à                 

  • J'habite à Copenhague.
  • Je vais à Londres.

  • bij deze voorzetsels is er nooit een klinkerbotsing

Slide 15 - Diapositive

in of naar een land
  • land dat vrouwelijk is:    en       Luc va en Belgique.    
  • land dat meervoud is:    aux     Elle va aux Antilles.
  • land dat mannelijk is:     au       Il habite au Maroc.

  • bij deze voorzetsels is er nooit een klinkerbotsing

Slide 16 - Diapositive

Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Paris
Pays-Bas
Londres
Suède
Sénégal
Maroc
Allemagne
États-Unis

Slide 17 - Question de remorquage

au travail!
faire: 
livre p.33 ex. 24-25

van vorige les: livre p.28 ex. 17-19-20-21


lire ensemble: livre p. 41 apprendre 6


Slide 18 - Diapositive

weektaak
zelfstandig (boek): 
taak 1.6/parler > p.28 ex. 17-19-20-21 + 24-25
leren SO vocabulaire apprendre 1,2,4,6!

vrijdag in de les/zelf afmaken:
livre > taak 1.7/écrire > p.33 ex. 24 t/m 29
en ligne > D-toets deel 1



       

Slide 19 - Diapositive