Tijdvak 7 Pruiken en revoluties Les 4: Driehoekshandel en de slavernij

Driehoekshandel, de opstand van Boni en slavernij
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Driehoekshandel, de opstand van Boni en slavernij

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe de driehoekshandel werkte. 
- Aan het einde van de les kan je vertellen wie Boni was en wat hij heeft gedaan.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat slavernij was.

Slide 2 - Diapositive

Wanneer was de Franse en Bataafse revolutie?
A
Franse = 1790 Bataafse = 1799
B
Franse = 1789 Bataafse = 1790
C
Franse = 1789 Bataafse = 1795
D
Franse = 1788 Bataafse = 1799

Slide 3 - Quiz

Deze vraag gaat over de Bataafse Revolutie in Nederland.

Wat veranderde bij de Bataafse Revolutie in 1795?
A
Er werd een nieuw bestuur (de Nationale Vergadering) gekozen
B
Willem V vluchtte naar Frankrijk
C
Patriotten keerden terug in Nederland met het Pruisisch leger
D
Patriotten riepen de Bataafse monarchie uit.

Slide 4 - Quiz

Wat is driehoekshandel?
- Driehoekshandel was een handelssysteem tussen Europa, Afrika en Amerika. 
- Europa leverde goederen aan Afrika in ruil voor slaven. 
- De slaven werden vervolgens naar Amerika gebracht en verkocht voor producten zoals suiker, tabak en katoen.

Slide 5 - Diapositive

Plantages en Slavenhandel
- Een Plantage is een stuk grond waarop suikerriet, tabak en katoen werd verbouwd.
- Slaven werden gekocht door de eigenaren van het schip om te werken op de plantage.
- Hele families werden uit elkaar gehaald en hebben elkaar nooit meer terug gezien.

Slide 6 - Diapositive

John Stedman en Boni
  • Boni was een vrijheidsstrijder in Suriname, kind van een slaveneigenaar en een slavin. De moeder van Boni werd verstoten en vluchtte het oerwoud in en sloot zich aan bij marrons.
  • Marrons: gevluchte slaven die regelmatig plantages aanvielen om slaven te bevrijden.
  • Boni werd een leider van de marrons. Hij liet een sterk fort bouwen, in een moeras in het oerwoud. om van daaruit zijn aanvallen uit te voeren.
  • De Staten- Generaal stuurde extra troepen naar Suriname.

Slide 7 - Diapositive

Waar stond Boni het meest bekend om?
A
Vrijheidsstrijder
B
Slaaf in Suriname
C
Politicus
D
Kinderarbeid

Slide 8 - Quiz

9

Slide 9 - Vidéo

Hoeveel mensen zijn in Afrika tot slaaf gemaakt en naar Amerika gebracht?
A
6 miljoen
B
8 miljoen
C
20 miljoen
D
12 miljoen

Slide 10 - Quiz

Op 1 Juli word ''Keti Koti'' gevierd wat ''Gebroken ketenen'' betekent. wat word er gevierd?
A
De opstand van Tula
B
de Franse revolutie
C
Afschaffing Slavernij in Nederland
D
Einde slavernij

Slide 11 - Quiz

02:32
Wat is een kolonie?
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat bestuurd word door een moederland.
C
een land dat een ander land bestuurd.
D
een land waarvan het bestuur in een ander land is.

Slide 12 - Quiz

03:04
Wat is een plantage?
A
stuk grond waarop suikerriet, tabak en katoen werd verbouwd.
B
het land waar de tot slaaf gemaakten vandaan kwamen.
C
moestuintje waarin tot slaaf gemaakte mensen moesten werken.
D
een boerderij waar suiker gemaakt werd.

Slide 13 - Quiz

03:48
Amerika
Europa
(Nederland)
Afrika
Spullen zoals stoffen, rum en wapens
tot slaaf gemaakten
Suiker, tabak en koffie

Slide 14 - Question de remorquage

04:52
Wat gebeurde er met de tot slaaf gemaakte mensen zodra ze aan land kwamen?
A
Ze kregen allemaal te eten
B
Ze werden gebrandmerkt
C
Ze werden verkocht
D
Ze mochten eerst gaan slapen

Slide 15 - Quiz

05:35
Wat voor een soort plantage was Bakkie vroeger?
A
Een tabaksplantage
B
Een katoenplantage
C
Een suikerrietplantage
D
Een koffieplantage

Slide 16 - Quiz

07:42
Hoeveel dagen per week moesten tot slaaf gemaakte mensen werken?
A
5 dagen
B
7 dagen
C
2 dagen
D
4 dagen

Slide 17 - Quiz

09:06
Wat gebeurde er als je wilde vluchten of in opstand kwam?
A
Helemaal niets
B
Je werd ontslagen
C
Je kreeg hele zware straffen
D
Je werd verkocht

Slide 18 - Quiz

11:48
Wie kwam er in opstand in Suriname?
A
Boni
B
Tula
C
Virginia

Slide 19 - Quiz

15:19
In welk jaar schaft Nederland de slavernij af?
A
1850
B
1963
C
1863
D
1873

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

bekijk de vorige afbeelding: Op welke kleur lijn moeten de tot slaaf gemaakten?
A
blauw
B
geel
C
rood

Slide 22 - Quiz

bekijk de vorige afbeelding: Op welke kleur lijn moeten tabak en suiker?
A
blauw
B
geel
C
rood

Slide 23 - Quiz

bekijk de vorige afbeelding: Op welke kleur lijn moeten kleding, drank en wapens?
A
blauw
B
geel
C
rood

Slide 24 - Quiz


Opstanden

  • Slavenopstanden kwamen maar weinig voor. Dit kwam omdat:
  1. de slavenhouders de tot slaaf gemaakten geboeid hadden
  2. de slavenhouders goed bewapend waren
  3. de tot slaaf gemaakten uit verschillende delen van Afrika kwamen en elkaar daardoor niet goed begrepen. Ze konden zich daardoor niet organiseren
  4. sommigen bewust voor de dood kozen bijvoorbeeld door verhongering








Er is een aantal slavenopstanden geweest, bijvoorbeeld die onder leiding van Boni in Suriname (1757-1793) en die van Tula op Curaçao (1795)

Op de foto zie je Desenkadena ('verbreken van de ketenen'), ook wel het Tula monument genoemd. Het staat op de plek waar de opstand begon.
De Boni opstand

Wie was Boni?: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/boni-ca-1730-1793-leider-van-de-slavenrevoltes-in-suriname

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo