Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Toetsdoelen taalverkennen thema 1
Wat is het gezegde?
A
Het gezegde is een werkwoord in de zin.
B
Het gezegde zijn al werkwoorden in de zin.
C
Het gezegde is een mens, dier of ding.
1 / 23
suivant
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 7
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Wat is het gezegde?
A
Het gezegde is een werkwoord in de zin.
B
Het gezegde zijn al werkwoorden in de zin.
C
Het gezegde is een mens, dier of ding.
Slide 1 - Quiz
Wat is het gezegde?
Ik ben naar de supermarkt gefietst.
A
ik
B
ben
C
gefietst
D
ben gefietst
Slide 2 - Quiz
Wat is het gezegde?
Ik heb vandaag gelopen.
A
Ik
B
heb
C
gelopen
D
heb gelopen
Slide 3 - Quiz
Wat is het gezegde?
Sjors heeft cadeautjes gekregen.
A
Sjors
B
heeft
C
cadeautjes
D
heeft gekregen
Slide 4 - Quiz
Wat is het gezegde in de zin: Ik heb zijn fietssleutel gevonden.
A
heb zijn gevonden
B
heb
C
heb gevonden
D
heb fietsleutel
Slide 5 - Quiz
Dus, hoe vind je het gezegde in een zin?
A
Door van de zin een vraagzin te maken.
B
Door de vraag te stellen: Wie of Wat + persoonsvorm.
C
Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
D
Ik snap het nog niet.
Slide 6 - Quiz
Wat is het gezegde?
Sjoerd raakt er over uitgepraat.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het gezegde in deze zin:
Alles kon voor hem een avontuur zijn.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het gezegde?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het gezegde?
Hun moeder kon ze brengen.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het gezegde?
Piet moet er over vertellen.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het gezegde?
Slide 12 - Question ouverte
Ik begrijp het werkwoordelijk gezegde!
A
Ja!
B
Ik vind het nog wel een beetje moeilijk.
C
Ik snap er niks van...
Slide 13 - Quiz
Vroeger........ juf Judith in Nederland.
A
woonden
B
woonde
Slide 14 - Quiz
Onze school....... elk jaar geld en schoolspullen.
A
verzamel
B
verzamelt
C
verzamelen
Slide 15 - Quiz
Ik..... vandaag zelf de spullen regelen.
A
moest
B
moet
C
moeten
Slide 16 - Quiz
Ingrid en ik ...... gisteren een spookhuis.
A
bouwen
B
bouwt
C
bouwde
D
bouwden
Slide 17 - Quiz
Wat zijn de 5 woordsoorten?
Slide 18 - Question ouverte
De foto's zitten in kartonnen dozen.
Slide 19 - Question ouverte
Oma houdt van een opgeruimde kamer.
Slide 20 - Question ouverte
De plant staat in een grote pot op het balkon.
Slide 21 - Question ouverte
In de zomer mag de vis naar de vijver.
Slide 22 - Question ouverte
Dit heb ik nog nodig voor de toets van thema 1:
Slide 23 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Thema 5 gezegde + samengesteld werkwoord
March 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Taalquiz thema 4
January 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 7
Herhaling grammatica 2
December 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 7
Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd + Verleden Tijd - herhalingsstof
June 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3-17, MH1E, pv, ow, wg
March 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
zaterdag 14 oktober 2023 - Thema A: persoonlijk mondeling verslag + Grammatica herh. nw en ww gez.
October 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secondary Education
3-17, M1F/MH1D, pv, ow, wg
March 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Taalverzorging herhaling
October 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Middelbare school