Les 1: Hyperbool, eufemisme en understatement

Wat zijn stijlfiguren?
  • Een stijlfiguur is: het doelbewust gebruik maken van één of meer woorden die afwijken van de gebruikelijke betekenis
  • Reden: aandacht trekken, een punt maken of iets  verduidelijken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat zijn stijlfiguren?
  • Een stijlfiguur is: het doelbewust gebruik maken van één of meer woorden die afwijken van de gebruikelijke betekenis
  • Reden: aandacht trekken, een punt maken of iets  verduidelijken

Slide 1 - Diapositive

Welke stijlfiguren gaan we behandelen?
  • 13

Herhaling

Tautologie

Tegenstelling

Pleonasme

Onomatopee

Hyperbool

Eufemisme

Understatement  

Climax

Anti-climax

Sarcasme

Ironie    

Enumeratie (opsomming)

  •    
  •                       
  •                                       

  • Slide 2 - Diapositive

    De verdeling
    1.  Hyperbool, eufemisme en understatement
    2. Herhaling, tautologie en pleonasme
    3. Ironie, sarcasme en onomatopee
    4. Tegenstelling, enumeratie (opsomming), climax en anti-climax
    5. Toets: niet herkansbaar, 60 min.

    Slide 3 - Diapositive

    Vandaag

    Hyperbool

    Eufemisme

    Understatement

    Slide 4 - Diapositive

    Slide 5 - Vidéo

    Hyperbool
    • De inhoud van de mededeling wordt hierbij overdreven vergroot.
    • Voorbeelden:

    } Tjonge, het duurt nog tot Kerst voordat die minuut verstreken is!

    } Ik weet niet wat voor windkracht het is vandaag, maar ik denk wel windkracht 80!

    } Ik verveel me dood!

    } Je wordt doodgegooid met informatie over verkiezingen.

    } Ik heb wel een eeuw op je staan wachten

    Slide 6 - Diapositive

    Wat zijn de hyperbolen?


    1.  Ik schaamde me dood toen hij dat zei.
    2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
    3. Ik sterf onderhand van de dorst.
    4. Peter stikte van de lach.
    5. Frits wordt gek van de jeuk.
    6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.
    7. Ik ging met klotsende oksels naar hem toe.
    timer
    1:00

    Slide 7 - Diapositive

    Opdracht
    • Bedenk nu 10 hyperbolen en schrijf ze op.
    • Geef aan waarom jij vindt dat het een hyperbool is
    • Je krijgt hier 5 minuten voor.
    timer
    1:00

    Slide 8 - Diapositive

    Eufemisme
    • Een verzachtende uitdrukking die niet spottend bedoeld is.
    • Je wil voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt.
    • Je kunt een eufemisme onder andere gebruiken om bepaalde zaken fraaier over te laten komen dan ze werkelijk zijn.


    • Dus: het is op een verzachtende of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is.

    Slide 9 - Diapositive

    Eufemisme
    • Voorbeelden

    } Na een lange lijdensweg ging hij heen. (doodgaan)

    } Volgens mij is er aan jou een steekje los! (gek)

    } De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. (grote fouten gemaakt)

    } Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

    } Zij werkt daar als interieurverzorgster.

    } 'Hoe is het met uw stoelgang?', vroeg de dokter.

    } De dierenarts heeft de hond laten inslapen. (gedood)


    Slide 10 - Diapositive

    Wat zijn de eufemismen?


    1. Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen.
    2. Zij hebben de liefde bedreven.
    3. Hij heeft haast, want hij moet een grote boodschap.
    4. OP dit moment is hij werkzoekend.

    Slide 11 - Diapositive

    Wat hoort bij wat?

    Braken Verscheiden

    Sterven Ongewenste

    Bezoeker Inbreker Laten Gaan

    Afmaken van vee Ontlasten

    Spam Vomeren

    Ontslaan Ruimen

    Poepen E-mailmarketing

    Slide 12 - Diapositive

    Opdracht
    • Bedenk bij de volgende woorden/woordcombinaties een eufemisme.

    - Dood gaan

    - Plassen

    - Poepen

    - Kerkhof

    - Schoonmaakster


    • Je krijgt hier 3 minuten voor.

    Slide 13 - Diapositive

    Understatement
    • Dit is het tegenovergestelde van de hyperbool: de mededeling wordt overdreven afgezwakt.
    • Iets wat heel groot is, wordt in het klein uitgedrukt
    • Hierdoor ontstaat spottend effect
    • Dus: het is op een spottende manier iets verkleinen of verzwakken
    • Het verschil met eufemisme zit hem in de spot.

    Slide 14 - Diapositive

    Understatement
    • Voorbeelden

    } Als je een één voor een toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.

    } Die regisseur heeft met zijn speelfilms ongetwijfeld een paar centjes verdiend.

    } Mijn steenrijke oom heeft een stulpje aan de Rivièra gekocht.

    Slide 15 - Diapositive

    Wat zijn de understatements?
    1. Toen hij weer een 10 voor een proefwerk behaalde, reageerde hij koeltjes met 'niet slecht'.
    2. Ik had een twee voor het proefwerk. Ik had dus wel een paar foutjes.
    3. 'Ik doe dat wel even', zei de man toen hij het brandende huis in rende om zijn kinderen te redden.
    4. Die akelige dictator is een onvriendelijk mannetje.
    5. De directeur  van Unicef heeft een aardig salarisje.
    6. De schade aan de auto was wel iets meer dan een paar biertjes.



    Slide 16 - Diapositive

    Opdracht

    Bedenk 10 understatements en leg uit waarom het een understatement is.

    Slide 17 - Diapositive

    Opdracht
    • Schrijf voor jezelf in je eigen woorden op wat de volgende stijlfiguren zijn:

    } Hyperbool

    } Eufemisme

    } Understatement

    • Geef hierbij enkele voorbeelden om het te verduidelijken. Doe dit digitaal. Dit zal je uittreksel voor de toets zijn!
    timer
    1:00

    Slide 18 - Diapositive

    Slide 19 - Lien