Oorlog en vrede

Oorlog en vrede
1 / 12
suivant
Slide 1: Carte mentale
WeroLager onderwijs

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Oorlog en vrede

Slide 1 - Carte mentale

Hoe noemen we de eerste wereldoorlog?
A
De Laatste Oorlog
B
De Oorlog der Oorlogen
C
De Grote Oorlog
D
De Kleine Oorlog

Slide 2 - Quiz

WO I

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Na de moord op aartshertog Frans-Ferdinand en zijn echtgenote op 28 juni 1914 barst de hel los. De eerste landen verklaren elkaar de oorlog.
1
Op 2 augustus 1914 vraagt Duitsland aan België of de Duitse troepen vrije doorgang krijgen over het Belgische grondgebied.  Die Duitse troeppen rukken op naar Frankrijk.  Weigert België, dan zal het ook als vijand van Duitseland worden beschouwd.  Koning Albert weigert.  Op 4 augustus vallen de Duitse troepen België binnen.  Op 5 augustus mengt Groot-Brittannië zich in de oorlog om ons land te verdedigen.
2
Het Belgische leger, aangevoerd door Albert I, de Koning-Ridder, biedt heftig weerstand.  Na hevige gevechten in Luik en Antwerpen trekt het zich op 15 oktober 1914 terug achter de IJzer.  Het kan niet verhinderen dat de Duitsers een groot deel van het land bezetten.  Onze piotten houden vier jaar stand achter de IJzer.
3
Op 8 maart 1915 organiseren de vrouwen in Oslo (Noorwegen) een grote betoging tegen de oorlog.
4
De Verenigde Staten mengen zich in april 1917 in de oorlog.  In het Franse leger weigeren de soldaten om te vechten.  Dertig soldaten krijgen daarom de kogel, ze worden "gefusilleerd".
5
In juli 1917 gebruiken de Duitsers in Ieper voor het eerst mosterdgas.  Het brandt op de huis en in de ogen.  En het tast de longen aan.  Vanaf dan beschermen de sodlaten zich met gasmaskers.
6
In november 1917 eindigt de oorlog aan het front.  Rusland en Duitsland ondertekenen een wapenstilstand.
7
In 1918, op de elfde dag van de elfde maand om elf uur, zwijgen de kanonnen.  De aanvallen zijn voorbij.
8

Slide 5 - Diapositive

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
360˚ video van een loopgraaf
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 6 - Diapositive

In welk jaar begon de Eerste Wereldoorlog?
A
1940
B
1912
C
1914
D
1918

Slide 7 - Quiz

Wanneer was de Eerste Wereldoorlog afgelopen?
A
Gisteren
B
12 november 1918
C
1 januari 1900
D
11 november 1918

Slide 8 - Quiz

Wie kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Denemarken
C
België
D
Duitsland

Slide 9 - Quiz

Hoe noemden we een Belgische soldaat in WO I?
A
een piot
B
een papillot
C
een patriot
D
een piloot

Slide 10 - Quiz

Wat waren loopgraven tijdens de oorlog?
A
schuilplaatsen onder een huis
B
lange gangen uitgegraven in de aarde waar de soldaten meerdere dagen in verbleven
C
een speciaal soort loopschoenen

Slide 11 - Quiz

Wie kreeg de bijnaam Koning-Ridder?
A
Koning Leopold II
B
Koning Albert I
C
Koning Leopold III

Slide 12 - Quiz