Literaturgeschichte A5
Wie schreef die Lore-Ley
A
Gotthold Ephraim Lessing
B
Heinrich Heine
C
Johann Wolfgang von Goethe
D
Friedrich Schiller
1 / 21
Éléments de cette leçon
Wie schreef die Lore-Ley
A
Gotthold Ephraim Lessing
B
Heinrich Heine
C
Johann Wolfgang von Goethe
D
Friedrich Schiller
Slide 1 - Quiz
Wie schreef der Tanzbär?
A
Gotthold Ephraim Lessing
B
Heinrich Heine
C
Johann Wolfgang von Goethe
D
Friedrich Schiller
Slide 2 - Quiz
Uit welke 5 bedrijven
bestaat een theaterstuk?
bestaat een theaterstuk?
Slide 3 - Carte mentale
Wie schreef der Morgen?
A
Gotthold Ephraim Lessing
B
Heinrich Heine
C
Joseph von Eichendorf
D
Joseph von Eichendorff
Slide 4 - Quiz
In welke Periode werden veel fabels geschreven?
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang
Slide 5 - Quiz
Bij welke Periode hoort:
Habe Mut, dich deine Verstandes zu bedienen?
Habe Mut, dich deine Verstandes zu bedienen?
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang
Slide 6 - Quiz
Wie schreef Iphigenie auf Tauris?
A
Gotthold Ephraim Lessing
B
Heinrich Heine
C
Johann Wolfgang von Goethe
D
Friedrich Schiller
Slide 7 - Quiz
Bij welke Periode hoort:
„Leben, hassen, fürchten, zittern,
hoffen, zagen bis ins Mark
kann das leben zwar verbittern
aber ohne sie wär’s Quark“
„Leben, hassen, fürchten, zittern,
hoffen, zagen bis ins Mark
kann das leben zwar verbittern
aber ohne sie wär’s Quark“
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang
Slide 8 - Quiz
Uit welke Periode komt:
der Zauberlehrling?
der Zauberlehrling?
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang
Slide 9 - Quiz
Bij welke Periode hoort:
edel sei der Mensch, hilfreich und gut
edel sei der Mensch, hilfreich und gut
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang
Slide 10 - Quiz
Wat was de aanleiding voor het begin van de Klassik?
Slide 11 - Question ouverte
Wat hoort niet bij de Romantik?
A
Fernweh
B
Sehnsucht
C
bezit
D
blaue Blume
Slide 12 - Quiz
Bij welke Periode hoort:
"Grenzenlosigkeit"?
"Grenzenlosigkeit"?
A
Romantik
B
Aufklärung
C
Weimarer Klassik
D
Sturm und Drang
Slide 13 - Quiz
Wanneer en waarmee eindigde de Weimarer Klassik?
Slide 14 - Question ouverte
Waar staan de drie ringen voor in de Ringparabel?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is de familieband tussen Recha en de kruisridder aan de ene kant en de Sultan aan de andere kant?
Slide 16 - Question ouverte
Romans schrijven hoort hij de Romantik
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Wat moet de Zauberlehrling leren?
Slide 18 - Question ouverte
Waarom kwam de broer van Iphigenie naar Tauris?
Slide 19 - Question ouverte
Hoe doorbrak Iphigenie de Tantalidenvloek?
Slide 20 - Question ouverte
Geef kenmerken van "Willkommen und Abschied"
waardoor je weet dat het uit de Sturm und Drang
Periode komt
waardoor je weet dat het uit de Sturm und Drang
Periode komt
