MAW A5 Verandering deel 5

Deel 5 Verandering: wat gaan we doen?
Institutionalisering
Staatsvorming
Staatsvorming en economische ontwikkelingen
Staatsvorming en culturele ontwikkelingen
Staatsvorming en politieke ontwikkelingen
Soevereiniteit: 
Interne soevereine macht en externe soevereine macht

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Deel 5 Verandering: wat gaan we doen?
Institutionalisering
Staatsvorming
Staatsvorming en economische ontwikkelingen
Staatsvorming en culturele ontwikkelingen
Staatsvorming en politieke ontwikkelingen
Soevereiniteit: 
Interne soevereine macht en externe soevereine macht

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Institutionalisering
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaardgedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg aan de hand van de definitie van institutionalisering (deel van/de hele definitie) uit dat er bij het autoluw maken van de binnenstad sprake is van institutionalisering.

Slide 5 - Question ouverte

Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaardgedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
Aanleiding tot staatsvorming
Gebrek aan samenwerking           
Behoefte aan regels/afspraken 
Creëeren van staten, staatsvorming.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat.

Politieke macht breidt zich uit en verandert door:
1 Depersonalisering (macht gekoppeld aan rol/functie)
2 Formalisering (macht ingeperkt door de wet)
3 Integratie (macht door hulpbronnen en particulier initiatief)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatsvorming en economische ontwikkelingen
  • Toename van handel in steden en nieuwe werelddelen.
  • Grotere economische zelfstandigheid burgers.
  • Verdwijnen feodale samenlevingen en start pre-moderne staten.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatsvorming en culturele ontwikkelingen
  • Groei stadsbevolking, stadscultuur.
  • Grondstoffen en invloeden uit koloniën.
  • Burgers steunen politieke machthebbers.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatsvorming en politieke ontwikkelingen
  • Politieke machthebbers zorgen voor vrije handel, eenheid in wetten en munten, veiligheid en bescherming van burgers.
  • Grotere politieke zelfstandigheid burgers.
  • Verdwijnen feodale samenlevingen en start pre-moderne staten.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Losse gebieden met lokale heersers worden samengevoegd met een machtig staatshoofd.
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere landen mogen zich niet mengen in interne zaken van een staat (non-interventiebeginsel)
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kolonialisme werd in de 19e eeuw vermoedelijk vooral gerechtvaardigd door te wijzen op het belang van gegarandeerde goedkope grondstoffenlevering.
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er ontstond tijdens de Gouden Eeuw een grote en zeer rijke klasse van kooplieden.
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De nieuwe voorspoed leidde ook tot meer aandacht voor en sponsoring van beeldende kunsten, literatuur en wetenschappen.
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van de staat
1. Regeert over een groep mensen
2. Binnen een bepaald grondgebied
3. Heeft geweldsmonopolie en belastingmonopolie

Voldoet de staat aan alle drie de kenmerken dan is de staat intern soeverein. De staat heeft interne soevereine macht, burgers accepteren de macht van de overheid.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geweldsmonopolie betekent
A
alleen de politie mag geweld gebruiken
B
alleen het leger mag geweld gebruiken
C
alleen de staat/overheid mag geweld gebruiken
D
alleen de ME mag geweld gebruiken

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Belastingmonopolie betekent
A
alleen rijke mensen betalen belasting
B
alleen de staat/overheid mag burgers belasting laten betalen
C
alleen mensen die werken betalen belasting
D
alle voorgaande antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Soevereiniteit
Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven), burger accepteren de macht.

Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten. (non-interventie beginsel = staten bemoeien zich niet met de politiek van andere staten)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Europese Unie bepaalt regels voor de Nederlandse boeren, dit tast de ..... van Nederland aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 21 - Quiz

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
De Trump-aanhangers zorgen er met geweld voor dat de Senaat in het Capitool niet kan vergaderen en beslissen, dit tast de..... van de VS aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 22 - Quiz

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
De PVV wint de verkiezingen, dit tast de .... van Nederland aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 23 - Quiz

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.