AVO Nederlands 17/09

AVO Nederlands 17/09
Welkom!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

AVO Nederlands 17/09
Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van de les weet je:
  • Wat een persoonsvorm is
  • Wat een bijvoeglijk naamwoord is
  • Wat een tekstdoel is
  • Welke drie belangrijke tekstdoelen er zijn

Slide 2 - Diapositive

In elke zin zitten werkwoorden
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm

Slide 3 - Diapositive

Persoonsvorm
  • Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.
  • Als je de zin van enkelvoud naar meervoud verandert of andersom, verandert de persoonsvorm.

Slide 4 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:

"De persoonsvorm is altijd een werkwoord."
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de voorbeeldzin:
"Wat is de persoonsvorm in deze zin?"
A
Wat
B
Deze
C
Persoonsvorm
D
is

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is

Slide 7 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Mooi, dure, papieren, grote

Slide 8 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
het
kleine
rode
autootje
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Question de remorquage

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

lokalen
klein

Slide 10 - Question de remorquage

Tekstdoelen
  • Waarom is een tekst geschreven? Wat is het DOEL van de tekst?
  • Informeren
  • Overtuigen
  • Instructie/instrueren 

Slide 11 - Diapositive

Welk teksdoel heeft de gebruiksaanwijzing van jouw laptop?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instructie

Slide 12 - Quiz

Welk teksdoel heeft een nieuwsbericht in de krant?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instructie

Slide 13 - Quiz

Welk tekstdoel heeft een reclametekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instructie

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Pak je boek en kijk welke opdracht je kan doen

Slide 15 - Diapositive