Hoofdstuk 1 kosten eigen vermogen.

• financieel 1
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 1

1.1 Kostensoorten

1.2 kosten eigen vermogen

Programma

Wat weet ik er al van?

Wat ga ik vandaag leren?

Uitleg

Maken opgaven.

Afsluiten

Hoe wordt de resultatenrekening ook wel genoemd?

1. Saldibalans
2. Winst- en verliesrekening
3. Winstrekening
4. Balans

Wat is een balans ?

1. Het Franse woord weegschaal
2. Een overzicht van bezittingen en schulden.
3. Een overzicht van inkomsten en uitgaven.
4. Je niet zwart of wit voelen, maar grijs.

Als ik wil weten hoeveel voorraad ik nog heb, dan kijk ik op de?

1. Balans
2. Resultatenrekening

Deze balans is juist

1. Waar
2. Onwaar

De afschrijvingskosten van de auto van een bedrijf, komen op de ....?

1. de balans
2. de resultatenrekening
3. zowel de balans als de resultatenrekening
4. niets

Kostensoorten

Naast de indeling van de kosten in exploitatiekosten en inkoopwaarde van de omzet kun je de kosten ook indelen in:

• kostensoorten
  
• constante en variabele kosten
  
• directe en indirecte kosten.

7 kostensoorten

• grond
  
• vermogen
  
• diensten van derden
  
• belastingen
  
• goederen
  
• menselijke arbeid
  
• duurzame bedrijfsmiddelen.

Kosten eigen vermogen

Gewaardeerde interest = gemiste interest

gemiddelde eigen vermogen x interestpercentage.

Gemiddeld eigen vermogen = 

ev begin jaar plus ev eind jaar optellen en delen door 2.

dus: ev begin jaar + ev eind jaar

                          2

 

maken

Opdracht 2,3 en 4.

10 minuten, dan nakijken.

huiswerk 5 en 6

Kosten vreemd vermogen

Rente die je betaald voor vreemd vermogen.

formule boek:  - k= lening

                               - p= rentepercentage

                                - t = duur van de lening

Andere methode:

 rente voor 1 jaar: bedrag lening  X rentepercentage

                                          100

rente voor 2 maanden = rente voor 1  jaar X 2

                                                           12

rente voor 5 weken =   rente voor 1 jaar X 5

                                                           52

vb

Bereken de rentekosten over de eerste twee maanden als een ondernemer een bedrag leent van € 110.000 tegen een interest van 3%.

Rente 1 jaar  = € 110.000 × 3 = 3300

                                     100      

per maand = 3300:12 =  275

2 maandem = 2 x 275 = 550         

Maken opgaven

opdrachten: 8, 9, 10, 11, 12, 13

Petra zet € 4.000 gedurende 8 maanden tegen 2,5% interest per jaar op haar spaarrekening. Hoeveel interest ontvangt Petra na 8 maanden?

1. € 66,67
2. € 82,33
3. € 63,67
4. € 68,67

Einde les

Huiswerk

2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13