3.5 Een kijkje achter de schermen GT/TH

Welkom!
Ga zitten naast iemand met wie je kunt werken
Pak je chromebook, boek, etui en rekenmachine
Ga naar lessonup.app
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga zitten naast iemand met wie je kunt werken
Pak je chromebook, boek, etui en rekenmachine
Ga naar lessonup.app

Slide 1 - Diapositive

Wat verwacht ik van jullie?
Jullie zijn stil als ik uitleg geef
Je steekt je hand op als je iets te vragen hebt
"Gezellige" vragen en opmerkingen bewaar je tot de laatste 5 minuten van de les.

Slide 2 - Diapositive

  • Deel oefentoets
  • Nakijken rekentrainer
  • Paragraaf 3.5: een kijkje achter de schermen


Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 3 - De winkel in
3.1 Winkelen
3.1 Winkelen
3.3 Kijk op cijfers
3.5 Een kijkje achter de schermen
3.4 Een beter beeld met indexcijfers
3.2 Tel uit je winst
3.6 Groen winkelen

Slide 4 - Diapositive

Promotiebeleid
Prijsbeleid
Personeelsbeleid
Productbeleid

Slide 5 - Question de remorquage

Jongeren zijn belangrijk voor winkeliers. Daarom is veel reclame op jongeren gericht. Noem het begrip dat wordt gebruikt voor de groep waarop een reclame is gericht.

Slide 6 - Question ouverte

Joyce koopt een nieuwe rugtas. De rugtas kost normaal gesproken € 34,95, maar ze krijgt nu 20% korting. Bereken hoeveel Joyce voor de rugtas moet betalen. Schrijf je berekening op.

Slide 7 - Question ouverte

Brutowinstopslag
Nettoverlies
Omzet
Wat je overhoudt als de bedrijfskosten hoger zijn dan de brutowinst
De verkoopopbrengst in een periode
Het verschil tussen de verkoopprijs en inkoopprijs in euro's

Slide 8 - Question de remorquage

Iris heeft een bloemenzaak. Eind van de dag heeft ze een omzet van € 650. De inkoopwaarde van de bloemen was € 225. De bedrijfskosten zijn € 140. Bereken de brutowinst van Iris. Schrijf je berekening op.

Slide 9 - Question ouverte

Iris heeft een bloemenzaak. Eind van de dag heeft ze een omzet van € 650. De inkoopwaarde van de bloemen was € 225. De bedrijfskosten zijn € 140. Bereken de nettowinst van Iris. Schrijf je berekening op.

Slide 10 - Question ouverte

Mo staat op de markt. Hij verkoopt telefoons. Zijn brutowinst is € 12.500. De inkoopwaarde is € 8.250. Bereken de brutowinstmarge van Mo in procenten. Rond af op 1 decimaal.

Slide 11 - Question ouverte

Huiswerk nakijken
Rekentrainer blz 99 t/m 101 nakijken

Antwoorden staan op Magister 
ELO - Bronnen - Economisch bekeken

Je hebt 5 minuten
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

3.5. Een kijkje achter de schermen (KGT)

Slide 13 - Diapositive

CHROMEBOOKS DICHT

Aan het eind van deze paragraaf kan ik
  • beschrijven welke welke weg producten afleggen van
      grondstof tot eindproduct;
  • uitleggen wat een bedrijfskolom is;
  • uitleggen wat toegevoegde waarde is en hiermee kunnen rekenen.
Wat gaan we leren?

Slide 14 - Diapositive

  • Grondstoffen zijn de
      ingrediënten die in een product
      zijn verwerkt. Het wordt gebruikt
      om iets anders te maken.
  • Voorbeelden: Olie, gas, erts,
     steenkool, hout, koffie, graan etc.

Grondstoffen

Slide 15 - Diapositive

  • Eindproducten zijn
     producten die klaar zijn
     voor de verkoop aan de
     consument.
  • Voorbeelden: brood, agenda,
      telefoons, laptops, pennen etc.
Eindproducten

Slide 16 - Diapositive

  • De bedrijfskolom bestaat uit alle
      bedrijven die na elkaar
      meewerken aan een product.
  • Vaak bestaat het uit de volgende
      onderdelen: een bedrijf dat een grondstof
      produceert ➡️ een handelsbedrijf ➡️een
      fabriek die een eindproduct maakt ➡️een
      groothandel die het eindproduct
      verhandelt
    ➡️ een winkel die verkoopt
      aan de consument
    .
Grondstoffen
Bedrijfskolom

Slide 17 - Diapositive

  • De toegevoegde waarde is de waarde die bedrijven toevoegen aan een product door productie.

  • Vraag: De meelfabriek koopt voor € 20,
     euro graan van de graanboer. Zij maken
     meel en verkopen dit voor € 50,- aan de
     broodfabriek. Wat is de toegevoegde
     waarde?
  • Antwoord: De toegevoegde waarde van de
     meelfabriek is: € 50,- min € 20,- = € 30,-.
Grondstoffen
Toegevoegde waarde

Slide 18 - Diapositive

Paragraaf 3.5 (blz 88 tot en met 91) maken
Grondstoffen
Aan de slag

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 3.5 afmaken


Slide 20 - Diapositive

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage