Rekenquiz 24-2-2022

Welke breuken en kommagetallen horen bij elkaar?
2/3
3/4
1/8
1/2
0,5
0,125
0,75
0,66
1 / 16
suivant
Slide 1: Question de remorquage
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke breuken en kommagetallen horen bij elkaar?
2/3
3/4
1/8
1/2
0,5
0,125
0,75
0,66

Slide 1 - Question de remorquage

REKENEN

30 __ 6 = 5
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 2 - Quiz

Reken de som uit...
37,5 + 3,14 + 0,007
A
40,71
B
40,61
C
41,71
D
40,86

Slide 3 - Quiz

6/7 - 3/7
A
3/7
B
9/14
C
2/7
D
3/14

Slide 4 - Quiz

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 5 - Quiz

4 van de 100 is hoeveel in procenten?
A
75%
B
25%
C
40%
D
4%

Slide 6 - Quiz

De afstand is 5 cm op de kaart. In het echt is deze afstand 40 m. Wat is de schaal van de kaart?

Slide 7 - Question ouverte

REKENEN

14 __ 7 = 98
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 8 - Quiz

Wat is het antwoord op deze som?
540-384=
A
154
B
156
C
164
D
166

Slide 9 - Quiz

2/8 + 3/8
A
1
B
2
C
5/8
D
5/16

Slide 10 - Quiz

schattend rekenen

42 x € 19,25
A
€ 8,-
B
€ 80,-
C
€ 800,-
D
€ 8000,-

Slide 11 - Quiz

Reken de som uit...
8,63 + 3,4 =
A
13,03
B
12,33
C
12,30
D
12,03

Slide 12 - Quiz

Hoeveel procent is 2/5 deel?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%

Slide 13 - Quiz

Hoeveel m² is het konijnenhok?
A
20 m²
B
100 m²
C
200 m²
D
40 m²

Slide 14 - Quiz

Er zit 9/10 liter in een kan limonade. Er wordt 1/5 opgedronken. Hoeveel zit er nog in de kan?
A
1/2 liter
B
3/4 liter
C
4/5 liter
D
7/10 liter

Slide 15 - Quiz

Welk kommagetal hoort bij 1/10?
A
0,1
B
0,2
C
0,01
D
0,5

Slide 16 - Quiz