Humor

Humor
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Humor

Slide 1 - Diapositive

Soorten humor?

Slide 2 - Carte mentale

Soorten humor
p. 222

Slide 3 - Diapositive

ironie
sarcasme
cynisme
Je bedoelt het omgekeerde van wat je zegt.
Je spot met iemand om hem/haar te kwetsen.
Je ziet alleen de slechte dingen. Je bent heel negatief.

Slide 4 - Question de remorquage

zwarte humor
absurde humor
parodie
Humor waarbij je onlogische verbanden legt.
Harde humor; je lacht met gevoelige onderwerpen.
Je bootst een bekend persoon af in een andere situatie.

Slide 5 - Question de remorquage

Opdracht 6
p. 222

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 6, p. 222
Wat voor soort humor kan je bij Philippe Geubels verwachten?


Slide 7 - Diapositive

Opdracht 6, p. 222
Wat voor soort humor kan je bij Philippe Geubels verwachten?
taalhumor, sarcasme, cynisme, zwarte humor
Waarom zegt hij op het einde 'Da vinde leuk, hè'?

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 6, p. 222
Wat voor soort humor kan je bij Philippe Geubels verwachten?
taalhumor, sarcasme, cynisme, zwarte humor
Waarom zegt hij op het einde 'Da vinde leuk, hè'?
Hij maakt zichzelf belachelijk en daar moeten de mensen om lachen.

= zelfspot

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 7
p. 223

Slide 10 - Diapositive


A
ironie
B
absurde humor
C
zwarte humor
D
zelfspot

Slide 11 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 12 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 13 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 14 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 15 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 16 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 17 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
parodie

Slide 18 - Quiz


A
zwarte humor
B
cynisme
C
taalhumor
D
absurde humor

Slide 19 - Quiz


A
zwarte humor
B
ironie
C
taalhumor
D
parodie

Slide 20 - Quiz