Schimpfwörter 1
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Diapositive
Welke scheldwoorden ken je al?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Vidéo
Welke is jouw favoriet? (met vertaling)
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Vidéo
Welke is jouw favoriet? (met vertaling)
Slide 7 - Question ouverte
Wat betekent hetzelfde als "scheiße"?
A
Geil
B
Blödmann
C
Arschloch
D
Mist
Slide 8 - Quiz
Wat zeg je als je wilt dat iemand stil is?
Slide 9 - Question ouverte
Wat betekent "Depp"?
A
eikel
B
idioot
C
sukkel
D
trut
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je dat iemand een loser is?
A
Teller
B
Klugscheißer
C
Flasche
D
Becher
Slide 11 - Quiz
Wie vertellen jullie over deze scheldwoorden les?
A
Niemand!!!!
B
iedereen
C
mijn ouders
D
de schoolleiding
Slide 12 - Quiz
Als iemand vraagt hoe je Duitse scheldwoorden hebt geleerd zeg je:
A
Van internet
B
tijdens de lessen Duits
C
van mevrouw Kloppenburg
D
van mevrouw Verholen
