Recht en onrecht - Les 6 (2021-2022)

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Recht en onrecht

Waar gaan we het over hebben?

• Terugblik 'Amos'
• Hoofdstuk 4 'Jona'

Wat gaan we vandaag leren?

4.B - Je kent de kern van de boodschap van de profeet Jona;

4.C - Je kunt uitleggen hoe we de eigenschappen 'rechtvaardigheid' en 'vergevingsgezindheid' terugzien bij God in het Bijbelboek Jona;

4.D - Je kunt een voorbeeld uit het verhaal noemen waar God genadiger is dan de profeet Jona. 

Recht en onrecht

Terugblik

Opdracht 3.8

A) Hoe profeteert de profeet Amos tegen het onrecht van de mensen? En wat vertelt hij?

B) Noem drie voorbeelden van manieren waarop mensen in de tijd van Amos werden uitgebuit. 

C) Hoe zou je de boodschap van het Bijbelboek Amos samenvatten?

Bladzijde 17 - paragraaf A. 'Oordeel'

Stel je voor: God vraagt jou om naar Afghanistan te gaan, om aan Talibanstrijders te vertellen dat ze moeten gaan geloven in God, want anders zal God een oordeel uitspreken. Wat zou je doen?

Bladzijde 17 - paragraaf A. 'Oordeel'

Jona = satire

Wat is een 'satire' ? 

Bladzijde 17 - paragraaf A. 'Oordeel'

Jona

Schrijf/teken alle bijzonderheden uit het verhaal in je schrift. 

Mijlpalen in het verhaal van Jona: 

• Jona rent (na een lastige opdracht) weg van God, maar komt er al snel achter dat dit geen goed idee is;
• Tijdens een zware storm zoeken heidense schippers naar God en de oplossing ligt bij Jona: hij wordt in de zee gegooid;
• Een grote vis slokt Jona op. Wanneer hij berouw toont, spuugt de vis hem uit. God vraagt Jona voor de tweede keer om naar Ninevé te gaan.

Mijlpalen in het verhaal van Jona: 

• Jona vertelt Gods boodschap aan de mensen in Ninevé en iedereen bekeerd zich (van koning tot koe). Jona wordt echter boos wanneer God de stad spaart;
• Jona wacht buiten de stad op Gods oordeel, maar God leert in plaats daarvan Jona een les over genade. Het verhaal kent een open einde.

Zelfstandig aan de slag:

Lees: paragraaf B. 'De opdracht'

Maak: opdracht 4.2

Lees: paragraaf C. 'De reactie'

Maak: opdracht 4.3

Lees: vervolg van paragraaf C. 'De reactie'

Nakijken: opdracht 4.2

A) Hij moet de mensen waarschuwen, want ze doen slechte dingen. 

B) Hij gaat letterlijk de andere kant op: richting Tarsis

C) Eigen antwoord. 

D. Eigen antwoord. 

Nakijken: opdracht 4.3

A) Ze werpen het 'lot'

B) Toen werden ze pas echt bang

C) Hem overboord gooien

D) 1. Ze proberen het zelf op te lossen // 2. Ze roepen God aan om hulp // 3. Ze gooien Jona overboord // 4. Ze brengen God een offer.

E) Hij negeert God

F) Ze hebben diep respect en ontzag voor Hem

G) Het is 'Jona's God', maar de 'heidenen' behandelen God respectvoller dan Jona zelf. 

Bladzijde 17 - paragraaf A. 'Oordeel'

Blz. 18 - 4.D 'Een tweede kans'

Zelfstandig aan de slag:

Maak: opdracht 4.4

Maak: opdracht 4.5

Maak: opdracht 4.6

Maak: opdracht 4.7

Maak: opdracht 4.8

Nakijken: opdracht 4.4

Eigen antwoord. 

Nakijken: opdracht 4.5

A) Jona loopt door een deel van de stad, en roept: ‘Nog veertig dagen, dan wordt Nineve helemaal verwoest!’

B) Ze geloofden wat God had gezegd//Ze gingen vasten// Ze trokken rouwkleren aan//De koning doet dit ook en zegt dat iedereen dit moet doen//Ze bidden tot God // Niemand mag meer slechte dingen doen. 

C) Ze hopen dat God medelijden met hen krijgt.

D) Hij krijgt medelijden en verandert zijn plan
 

Nakijken: opdracht 4.6

A) Hij bad: ‘Heer, u wilde die stad helemaal niet verwoesten! Dat dacht ik al toen ik nog thuis was. Daarom wilde ik ook niet naar Nineve gaan. Want ik wist dat u een goede God bent. U bent vol liefde en geduld. U bent trouw, en u houdt er niet van om mensen te straffen.

B) Eigen antwoord

C) Zij hebben diep ontzag en respect voor hem

D) Hij is boos op God en wil dat God doet wat Jona zegt

E) Het is 'Jona's God', maar de 'heidenen' behandelen God respectvoller dan Jona zelf. 

 

Nakijken: opdracht 4.7

A) God laat een boom groeien. Die laat hij de volgende dag weer verdorren door middel van een worm.

B) God stuurt een hete woestijnwind, zodat Jona het heel erg warm krijgt. 

C) Jona bidt of hij mag doodgaan. 

D) Gods genade

E) God is genadiger dan Jona is

F) Eigen antwoord

 

Nakijken: opdracht 4.8

A) God is genadiger dan wij mensen zijn. 

B) Hij straft mensen die onrecht doen, maar geeft hen ook een tweede kans.

C) Jona wilde dat het volk van Ninevé werd gestraft, maar God zag hun berouw (spijt) en gaf hun een tweede kans. 

 

Recht en onrecht

Deel 3 'drieluik'

Deel I: Hosea

Onrecht tegen God 

- Het leven en de opdracht van Hosea;

- De ontrouw van het volk Israël (wat deden zij?)

- De reactie van God op dit ontrouw

Deel II: Amos

Onrecht tegen mensen 

- Wie was Amos?

- Praktische voorbeelden van onrecht tegen de mensen (bijvoorbeeld uit Amos 5:10-13)

- De reactie van God op dit onrecht

- De belofte van God (Amos 9:11-15)

Deel III: Jona

Recht van God op mensen

- Wie was Jona?

- Het verhaal van Jona

- Het oordeel van God

- De reactie van Jona én van God (Jona 4)

Drieluik: hoe?

1. Zoek de antwoorden op de vragen

2. Zoek bijpassende plaatjes / bedenk hoe je dit kunt tekenen

3. Doel: een volle poster met weinig lege ruimtes

Succes!