Voorbereiding Meer dan Lezen 2KGT

timer
3:00
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

timer
2:00
Wat weet je nog over alinea's? Hoe kun je ze bijvoorbeeld herkennen?

Slide 3 - Carte mentale

En wat kun je vertellen over de kernzin?

Slide 4 - Carte mentale

Alinea's herkennen

Slide 5 - Diapositive

Alinea's bestaan uit...
  • Zinnen die bij elkaar horen.
  • Zinnen die over hetzelfde deelonderwerp gaan.

De inleiding is een alinea.
De kern bestaat vaak uit meer alinea's.
Het slot is een alinea.
Dus minimaal 3 alinea's!

Slide 6 - Diapositive

kernzinnen

Slide 7 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken

Slide 8 - Diapositive

Zijn hoofd of bijzaken belangrijker in een tekst?
A
hoofdzaken belangrijker dan bijzaken
B
bijzaken belangrijker dan hoofdzaken

Slide 9 - Quiz

Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?

De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 10 - Quiz

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Om te voorkomen dat ooit nog eens zo'n ramp zou plaatsvinden, werd na de watersnood snel begonnen met de Deltawerken.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 11 - Quiz

Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?

Dankzij dit enorme project is Zuidwest Nederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 12 - Quiz

Hoofd - en bijzaken
hoofdzaken
bijzaken
- belangrijk
- inleiding en slot
- kernzin (vaak 1e zin alinea)
- belangrijk voor maken samenvatting
- minder belangrijk
- voorbeelden, uitleg, getallen

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk

- Je ontvangt een tekst en een werkblad. Let op! De tekst heb je vanmiddag ook nog nodig.
- Lees eerst de tekst!!
- Kies daarna zelf met welke opdracht je begint. Waar wil jij nog aandacht aan besteden?
- De eerste 10 minuten ben je zelfstandig aan het werk. 


Lees eerst de tekst en noteer onderstaande symbolen in de kantlijn.  


timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Reflectie -
Hoe herken je de kernzin in een alinea?

Slide 15 - Question ouverte

Welke opdracht vond je het meest leerzaam? Waarom?

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf één kernzin die volgens jou de les van vanochtend samenvat.

Slide 17 - Question ouverte

timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet hoe je de betekenis van een woord uit de tekst kan halen.
  • Je weet waarom het belangrijk is om de betekenis van woorden te achterhalen. 
  • Je kunt verschillende woordraadstrategieën benoemen en toepassen. 
  • Je weet welke vragen je nog hebt voordat je de toets gaat maken.

Slide 20 - Diapositive

timer
1:30
Wat doe jij als je een woord leest waarvan je de betekenis niet kent?

Slide 21 - Carte mentale

timer
1:30
Waarom is het belangrijk om betekenissen van moeilijke woorden te kennen?

Slide 22 - Carte mentale

timer
1:00
Welke woordraadstrategieën ken je al?

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Vidéo

Woordraadstrategieën

1) Een synoniem zoeken: Mara transpireert in de zon. Zij rent over het sportveld en zweet enorm. 
2) een omschrijving zoeken: Lotte houdt de waarheid hardnekkig vol, ze houdt zich vast aan wat ze gezegd heeft. 
3) Een voorbeeld zoeken: Tijdens de biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proven, voelen en ruiken. 
4) Tegenstelling zoeken.
Bijvoorbeeld: boven- onder; hoog - laag; veilig- gevaarlijk; klassiek- modern

Slide 25 - Diapositive

Woordraadstrategieën
5. Een bekend woorddeel zoeken.
1. Deze strategie kan je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden.
2. Bij woorden met een voorvoegsel  (ongezond) en bij woorden met een achtervoegsel (draadloos)
Voorvoegsels: in-, on-, ont-, her-, wan-, oud-, ge-
Achtervoegsels: -loos, -lijk, -ig, -aar, -heid, -dom, -ling, -baar

6. Het woord lijkt op een woord dat je wel kent bijvoorbeeld uit een andere taal. 
bijvoorbeeld: mountainbike => bike = fiets / bergfiets

Slide 26 - Diapositive

Laatste mogelijkheid:
Als je na het toepassen van de woordraadstrategieën de betekenis van het woord nog niet weet, dan zal je het woord moeten opzoek in een woordenboek of je vraagt het aan je docent.

Slide 27 - Diapositive

Wat is de betekenis van ongevaarlijk? Welke woordraadstrategie heb je hier toegepast?

Slide 28 - Carte mentale

Even testen... Wat is ook alweer een synoniem?

Slide 29 - Question ouverte

Blijf rustig
Besef echter dat je niet alle moeilijke woorden hoeft te snappen om te begrijpen waar de hele tekst over gaat. Raak dus niet in paniek wanneer je na al deze stappen een moeilijk woord niet snapt. De docent is er immers ook nog om je het woord uit te leggen.

Slide 30 - Diapositive

Tips om je woordenschat te vergroten
- Lees elke dag ongeveer 15 minuten in een boek, de krant of op een nieuwssite. 
- Kijk iedere dag naar het journaal.
- Als je moeilijke woorden tegenkomt, schrijf ze dan op!

Slide 31 - Diapositive

Voorbeeld werkblad
woord
strategie
betekenis
hulpeloos
achtervoegsel -loos = zonder
zonder hulp / geen hulp van iemand anders. 

Slide 32 - Diapositive

Wat vind jij het allerbelangrijkste in een goede vriendschap en denk je dat iedereen dat belangrijk vindt? Waarom wel of niet?

Slide 33 - Carte mentale

Welk onderdeel vind jij nog lastig? Kies uit: (1) Hoofd- en bijzaken, (2) feiten, meningen en argumenten, (3) tekstverbanden en signaalwoorden, (4) woordraadstrategieën, (5) alinea's en kernzinnen.

Slide 34 - Question ouverte

Aan de slag
Je gaat verder met de tekst van vrijdag. De eerste 5 minuten werk je zelfstandig. Kies dus de opdrachten die je zelfstandig kunt doen. Daarna kun je verder met de duo-opdrachten. 

Stap 1: Lees de tekst nogmaals! Markeer tijdens het lezen de kernzin van elke alinea. 
Stap 2: Kies zelf met welke opdracht je wilt beginnen. Maak in ieder geval de opdracht die past bij welk onderdeel jij nog lastig vindt. 

timer
5:00

Slide 35 - Diapositive

Huiswerk
De antwoorden van de werkbladen staan in Teams - SR2C, Nederlands. Je kunt het dus zelf nakijken. Heb je nog vragen? 
1. Check je boek, hier kun je veel informatie in terugvinden.
2. Vraag een klasgenoot om hulp.
3. Vraag nog niet beantwoord? Stuur een bericht via Teams. 

Slide 36 - Diapositive

Stel je voor: een klasgenoot is ziek. Leg in één zin uit wat het belangrijkste is dat je vandaag/vrijdag hebt geleerd.
timer
3:00

Slide 37 - Question ouverte

Lesdoelen
- Je weet hoe je de betekenis van een woord uit de tekst kan halen.
- Je kunt verschillende woordraadstrategieën benoemen en toepassen.
- Je weet waarom het belangrijk is om de betekenis van woorden te achterhalen. 
- Je weet welke vragen je nog hebt voordat je de toets gaat maken.

Slide 38 - Diapositive

Op een schaal van 1 tot 10, hoe goed voel jij je voorbereid op de toets?

Slide 39 - Carte mentale

Wat vond je fijn aan de lessen van vandaag en vrijdag? En wat vond je minder fijn/moeilijker?
timer
2:00

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken uit de tekst
B
Extra uitleg
C
De eerste zin van elke alinea
D
De minst belangrijke zaken uit de tekst

Slide 42 - Quiz

Woordraadstrategieën

Slide 43 - Diapositive