Les 42 Citeren op het examen NL

Wat is citeren?
A
in eigen woorden opschrijven
B
letterlijk uit de tekst overnemen
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is citeren?
A
in eigen woorden opschrijven
B
letterlijk uit de tekst overnemen

Slide 1 - Quiz

Citeren betekent ‘letterlijk overschrijven’. Bij een citaat is het belangrijk dat je heel precies overneemt wat er in de tekst staat geschreven.


Dit is iets anders dan parafraseren, waarbij je iets in je eigen woorden navertelt. 


Slide 2 - Diapositive

Op het eindexamen kan worden gevraagd om een woord, woordgroep, zinsgedeelte of zin te citeren.

Slide 3 - Diapositive

Woord
Als er wordt gevraagd om een woord te citeren, dan citeer je daadwerkelijk één woord. 


Het citeren van meer dan één woord levert 0 punten op.

Slide 4 - Diapositive

Woordgroep(1)
Als er wordt gevraagd om een woordgroep te citeren, dan citeer je een groep van woorden die bij elkaar horen in de zin. 

Vaak gaat het hier om zinsdelen

Slide 5 - Diapositive

Woordgroep(2)
Als je het lastig vindt om te bepalen of je met een woordgroep te maken hebt, dan kun je de zin gaan husselen. 
Een woordgroep zal altijd bij elkaar in de zin blijven staan, zoals onder andere ‘bij de Albert Heijn’ in de volgende zinnen:

  • De grote man / doet / zijn boodschappen / bij de Albert Heijn
  • Bij de Albert Heijn / doet / de grote man / zijn boodschappen
  • Zijn boodschappen / doet / de grote man / bij de Albert Heijn

Slide 6 - Diapositive

Zinsgedeelte
Als er wordt gevraagd om een zinsgedeelte te citeren, dan mag je nooit de hele zin citeren. Dit levert 0 punten op.

Een voorbeeld van een zinsgedeelte:

"Er wordt hard aan gewerkt", zei de burgemeester.

Slide 7 - Diapositive

Zin(1)
Als er wordt gevraagd om een zin te citeren, dan is het vrij veel werk om de hele zin over te schrijven. Dit kost tijd en het is niet nodig. 

Het is voldoende om de eerste twee woorden en de laatste twee woorden van de zin te noteren, met daartussenin drie puntjes. 

Vergeet niet om de aanhalingstekens te plaatsen en met een hoofdletter te beginnen. 

Slide 8 - Diapositive

Zin(2)
De regelnummers erbij noemen is niet verplicht, maar het is wel prettig voor de docent die jouw examen nakijkt. 


Bovenstaande zin zou je dus als volgt citeren:


‘’De regelnummers…examen nakijkt’’ (regels XX-XX)

Slide 9 - Diapositive

Let op!
Let op: in het eindexamen Nederlands worden vrij veel open vragen gesteld, waarbij je antwoord moet geven in je eigen woorden.


 Bij deze vragen mag je dus nóóit citeren!

 

Slide 10 - Diapositive