Kraakbeenweefsel en beenweefsel

4.2  Kraakbeenweefsel en beenweefsel
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.2  Kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 1 - Diapositive

Herhaling

Slide 2 - Diapositive

Schedel
Schouderblad
Ruggengraat
Heupbeen
Ribben
Knieschijf
Dijbeen
Scheenbeen

Slide 3 - Question de remorquage

Welke onderdelen van het skelet horen bij elkaar?Sleep de blauwe vakken naar de juiste rode. 
Bekken
Borstkas
Schoudergordel
Heupbeenderen en heiligbeen
Ribben, borstwervels, borstbeen
Schouderblad en sleutelbeen

Slide 4 - Question de remorquage

Nummer 3
Nummer 7
Nummer 14
Nummer 15
Nummer 19
Nummer 23
Kuitbeen
Scheenbeen
Handwortelbeentje
Wervelkolom
Schouderblad
Sleutelbeen

Slide 5 - Question de remorquage

Bot P is je ...
A
scheenbeen
B
kuitbeen
C
knieschijf
D
dijbeen

Slide 6 - Quiz

Door je ... sta je rechtop.
A
schedel
B
ruggengraat

Slide 7 - Quiz

Welk bot is in het plaatje
te zien?
A
Scheenbeen
B
Schouderblad
C
Schedel
D
Opperarmbeen

Slide 8 - Quiz

Wat wordt er beschermd door de schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 9 - Quiz

Al je botten in je lichaam vormen samen de...?
A
Schedel
B
Beenderstelsel of skelet
C
Wervels
D
Bekken

Slide 10 - Quiz

De schedel, bovenkaak en onderkaak noem je samen de ...?
A
borstkas
B
schedelbeenderen
C
wervelkolom
D
ledenmaten

Slide 11 - Quiz

Welke botten bevatten rood of geel beenmerg?
A
Pijpbeenderen
B
Platte beenderen

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van rood beenmerg?
A
Rode bloedcellen maken
B
Vet opslaan

Slide 13 - Quiz

Sleep de namen naar de juiste gekleurde vakken.
Er blijven een aantal namen over.
Dijbeen
Heupbeen
Scheenbeen
Kuitbeen
Teenkootjes
Opperarmbeen
Voetwortelbeentjes
Middenvoetsbeentjes

Slide 14 - Question de remorquage

Vorm en functie

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

4.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.
Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Kraakbeen
weefsel

Liggen de cellen in groepjes bij elkaar in de tussencelstof

Stevig maar toch buigzaam!

Slide 19 - Diapositive

Beenweefsel
Cellen liggen in kringetjes rond de bloedvaten (kanaaltjes). Dit zorgt voor stevigheid.

De beencellen zijn met elkaar verbonden d.m.v. uitlopers.

Slide 20 - Diapositive

Lijmstof: Zorg voor buigzaamheid

Kalkzouten: geven stevigheid (hardheid) aan beenweefsel. 

Slide 21 - Diapositive

4.2 De bouw van botten
Kalkzout en lijmstof

Lijmstof: zorgt voor 
buigzaamheid.

Kalkzouten: zorgt voor
stevigheid. 

Slide 22 - Diapositive

4.2 kraakbeenweefsel en beenweefsel
Veranderingen in botweefsel.

 

Slide 23 - Diapositive

Wat is zachter, beenweefsel of kraakbeenweefsel?
A
Beenweefsel
B
Kraanbeenweefsel

Slide 24 - Quiz

Wie heeft meer lijmstof, een baby of een bejaarde?
A
Een baby
B
Een bejaarde

Slide 25 - Quiz

Wie heeft bij het vallen meer kans op een botbreuk? Een kind of een bejaarde?
A
Een kind
B
Een bejaarde

Slide 26 - Quiz

Aan de slag...
4.2    Kraakbeenweefsel en beenweefsel
Opdracht 1 t/m 5

Slide 27 - Diapositive