Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Spelling H3 en H4
2T
Slide 1 - Diapositive
doel van de les
herhaling voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
weten wanneer je hoofdletters en leestekens moet gebruiken
je weet wat een citaat is en hoe je een citaat opschrijft
je weet hoe je twee persoonsvormen uit een samengestelde zin moet halen
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Een voltooid deelwoord verandert als je de zin in een andere tijd zet
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een d
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Kies de juiste vorm:
De buurman heeft zijn spullen ......
A
Verhuist
B
Verhuisdt
C
Verhuisd
D
Geverhuist
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste vorm:
De buurman heeft zijn spullen ......
A
Verhuist
B
Verhuisdt
C
Verhuisd
D
Geverhuist
Slide 7 - Quiz
Vul het voltooid deelwoord in: Er is deze week veel ...........(gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurd
D
gebeurde
Slide 8 - Quiz
Vul het voltooid deelwoord in: Het vliegtuig is veilig .......(landen)
A
gelandt
B
gelant
C
geland
D
gelanden
Slide 9 - Quiz
Voltooid deelwoord als bijv naamwoord
Voorbeelden:
Ik heb de foto's vergroot (voltooid deelwoord )
De vergrote foto's ( gebruikt als bijvoeglijk naamwoord )
Ik heb koffie gezet (voltooid deelwoord)
De gezette koffie (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord)
Slide 10 - Diapositive
hoor je 'gemaakte'?
je weet dan: het voltooid deelwoord is als bijvoeglijk naamwoord gebruikt!
Regel: schrijf het zo kort mogelijk!
(maar soms iets langer i.v.m. de uitspraak)
Het vliegtuig is geland. Het gelande vliegtuig.
maar.... de gezette koffie!
Slide 11 - Diapositive
LEESTEKENS (2)
- dubbele punt bij een citaat
- aanhalingstekens bij een citaat
Slide 12 - Diapositive
Weet jij (nog) wat een citaat is?
Slide 13 - Carte mentale
CITAAT
- Wanneer iemands woorden letterlijk weergegeven worden, heet dit een citaat
- staat altijd tussen aanhalingstekens
- wordt ook directe reden genoemd
- begint altijd met een hoofdletter
Slide 14 - Diapositive
AANHALINGSTEKENS bij citaat
- Een citaat staat altijd tussen aanhalingstekens
Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'
Slide 15 - Diapositive
DUBBELE PUNT bij citaat
- Een dubbele punt wordt voor het citaat gebruikt
Selma zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Sharon gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'
Hoofdletter
Na de dubbele punt volgt normaal nooit een hoofdletter. Een citaat wordt wel met een hoofdletter geschreven. Na een dubbele punt bij een citaat gebruik je WEL een hoofdletter!
Slide 16 - Diapositive
Verander de zin in een citaat. Zet het citaat voorop.
De filmregisseur riep dat de scène fantastisch werd.
Slide 17 - Question ouverte
Verander de zin in een citaat. Zet het citaat achteraan.
Een toerist vroeg ons in Amsterdam waar het Rijksmuseum was.
Slide 18 - Question ouverte
https:
Slide 19 - Lien
Is het lesdoel behaald? Zo nee...wat vind je nog moeilijk?