Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhaling TV6
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Beschrijf met welke twee lessen uit het verleden het absolutisme werd gerechtvaardigd
Slide 3 - Question ouverte
Beschrijf wat bedoeld wordt met het goddelijk recht der koningen
Slide 4 - Question ouverte
Geef aan wat Lodewijk XIV deed om een absolute heerschappij tot stand te brengen
Slide 5 - Question ouverte
Beschrijf waardoor Engelse vorsten geen absolute macht wisten te krijgen
Slide 6 - Question ouverte
Geef aan waar, naast Frankrijk, we voorbeelden vinden van absolute monarchieën in de 17e eeuw
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Beschrijf de verschillen tussen de staatsvorm van de Nederlandse Republiek en die van andere staten in Europa.
Slide 9 - Question ouverte
Leg uit waarom het voor de hand lag dat in de Nederlandse Republiek vooral de burgers het voor het zeggen kregen.
Slide 10 - Question ouverte
Beschrijf wat bedoeld wordt met regenten
Slide 11 - Question ouverte
Beschrijf hoe in de verdeelde Nederlandse Republiek andere godsdiensten werden behandeld
Slide 12 - Question ouverte
Geef aan waaraan de Nederlandse Republiek haar grote welvaart dankte
Slide 13 - Question ouverte
Bedenk waarom economische welvaart kan leiden tot bloei van kunsten en wetenschappen
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Leg het verband uit tussen de Europese ontdekkingsreizen en de opkomst van het kapitalisme
Slide 16 - Question ouverte
Beschrijf waarom het nieuwe handelssysteem kapitalisme werd genoemd
Slide 17 - Question ouverte
Beschrijf hoe de VOC haar handel organiseerde
Slide 18 - Question ouverte
Bij de bloei van de Gouden Eeuw wordt vaak het eerst gedacht aan koloniale handel en de VOC. Bedenk of je dat juist vindt en geef een reden voor je antwoord
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Leg het verband uit tussen de wetenschappelijke revolutie en eerdere ontdekkingen uit het vorige tijdvak
Slide 21 - Question ouverte
Beschrijf wat bedoeld wordt met empirisme
Slide 22 - Question ouverte
Beschrijf hoe Galileo in conflict kwam met de Rooms-Katholieke Kerk
Slide 23 - Question ouverte
Beschrijf wat bedoeld wordt met rationalisme
Slide 24 - Question ouverte
Spinoza hoopte dat iedreen die zijn verstand gebruikte ook het goede zou doen. Bedenk of je het daarmee eens bent en leg je antwoord uit.